Psalms 3:7
Psalms 7:6-7
12) ziel Dat is, mijn persoon, gelijk boven Ps. 3:3. Ps 3.2 13) vertrede Dat is, hij doodde mij schandelijk, dat ik in oneer nederliggen. 14) eer in Dat is, verandere mijn eerlijken staat in een verachten. Zie Job 19:9, en 1 Kon. 16:3. Job 19.9 1Ki 16.3 15) Sela Zie Ps. 3:3. Ps 3.2 16) Sta op, Zie Ps. 3:8. Ps 3.7 17) tot mij; Of, waak op [en wend u] tot mij; menselijk van God gesproken, als in het voorgaande en volgende. Anders aldus: Waak op voor mij tot het gericht, [dat] Gij bevolen hebt; dat is, om mij recht te doen volgens uw eigen instelling, Gij die een God des gerichts zijt. 18) bevolen Of, ingesteld, verordend. Zie 2 Sam. 6:21. 2Sa 6.21
Copyright information for
DutKant