Psalms 35:26

40) bekleed

Zie Job 8:22.

Job 8.22

41) grootmaken.

Zichzelven zoeken groot te maken met mijn verdrukking en ondergang, of die zich zo trots en stout tegen mij gedragen, snoevende met woorden en werken. Zie deze manier van spreken, Jer. 48:26,42; Ezech. 35:13; Obadja. 12: Ps. 38:17, en Ps. 55:13, en verder Job 19:5, met de aantekening.

Jer 48.26,42 Eze 35.13 Ps 38.16 55.12 Job 19.5

Daniel 8:4

16) de ram met de hoornen

Te weten de ram met de twee horens, betekenende de Meden en Perzen, die allerlei volken op aarde bekrijgden en onder hun gebied brachten.

17) tegen het westen stiet,

Hebreeuws, tegen de zee. Zie Gen. 12:8. Dit betekende dat de Meden en Perzen de volken, in dat gewest gelegen, onder hunne heerschappij brengen zouden, gelijk Babyloni‰, Syri‰, Cappadoci‰, Klein-Azi‰ en Griekenland. Van gelijke hebben zij gedaan in de andere gedeelten der wereld. Dit is het wat Dan. 7:5, wordt te kennen gegeven door de drie ribben, die de beer in zijn muil had tussen zijne tanden. Zie de aantekening aldaar.

Ge 12.8 Da 7.5

18) geen dieren

Dat is, geen koninkrijken of volken.

19) uit zijn hand verloste;

Dat is, uit zijn geweld.

20) hij deed naar zijn welgevallen,

De zin is: Het ging den Perzen naar hun wens. Versta dit niet alleen van den koning Cyrus gesproken te zijn, maar ook van zijne opvolgers. De koning van Perzi‰ is in die tijden geweest de grootste en machtigste koning op aarde.

21) hij maakte zich groot.

Of, hij deed grote dingen. Zie de aantekening Ps. 35:26. Alzo onder Dan. 8:8. Versta hetgeen in Dan. 8:4 en elders van den voorspoed en grote overwinningen der Perzen gesproken wordt alzo, dat zij nochtans ook dikwijls neerlagen gehad hebben, als inzonderheid Xerxes in Griekenland en elders, maar evenwel hebben hunne vijanden eindelijk den nek onder hen moeten buigen.

Ps 35.26 Da 8.8,4

Daniel 8:8

39) de geitenbok

Het rijk der Grieken, onder het beleid van Alexander, is, door de overwinning der Perzische monarchie, groot en machtig geworden.

40) toen hij sterk geworden was,

Of, zo haast als hij sterk geworden was, of toen hij op het sterkste was, hebbende geheel het Oosten onder zijne heerschappij gebracht.

41) brak die grote hoorn,

Of, werd die grote hoorn [het rijk van Alexander den Grote beduidende] gebroken, Dan. 8:22. Hij is gestorven aan een hete koorts, of door dronkenschap, of, zo anderen schrijven, vergeven zijnde, in het 32e of 33e jaar van zijn leven, nadat hij omtrent zeven jaren lang als monarch geregeerd had. Doch met hem heeft zijn monarchie geen einde genomen, maar zij is in vieren verdeeld geworden onder zijne veldoversten, hetwelk door de vier aanzienlijke horens wordt te kennen gegeven. Zie onder Dan. 8:22.

Da 8.22,22

42) naar de vier winden des hemels.

Dat is, tegen de vier gewesten der wereld, te weten Macedoni‰ tegen het westen, Klein-Azi‰ tegen het noorden, Syri‰ tegen het oosten, Egypte tegen het zuiden. Zijnde deze koninkrijken elk met hunne aanhangselen, afdelingen van de monarchie van Alexander den Grote.

Copyright information for DutKant