Psalms 37:24

42) valt

Verg. Spreuk. 24:16.

Pr 24.16

1 Corinthians 9:24

51) Weet gijlieden

Van hier voorts leert de apostel, dat het zover vandaar is, dat zij om spijs en drank, of maaltijden van afgodendienaars zeer moeten bekommerd zijn, dat zij veel meer zich moeten bekommeren om in alle soberheid, matigheid en verdraagzaamheid zichzelven te oefenen, hetwelk hij met de voorbeelden dergenen, die om prijs strijden, en ook met zijn eigen voorbeeld bewijst.

52) lopen, allen wel lopen,

Namelijk om prijs.

53) een den prijs

Namelijk die niet alleen met anderen wel begint, maar voor anderen wel voleindt.

54) alzo dat gij

Dat is, zo naarstig en standvastig tot den einde toe.

55) verkrijgen.

Of, grijpen; namelijk den voorgestelden prijs der heerlijkheid Gods; Filipp. 3:12,13,14.

Php 3.12,13,14

James 3:2

4) struikelen allen

Of stoten ons, gelijk Jak. 2:10; dat is, zondigen, begaan dezelfde of dergelijke zonden dikwijls, die wij in anderen bestraffen; Gal. 6:1.

Jas 2.10 Ga 6.1

5) in woorden niet struikelt,

Grieks in het woord; dat is, in zeggen, spreken.

6) is een volmaakt man,

Dat is, is begaafd met de rechte wijsheid en voorzichtigheid. Want dat dit niet wordt verstaan van een volkomene volmaaktheid, die de wet eist, is duidelijk, daar hij inwendig in zijn hart met kwade lusten, en uitwendig met de andere ledematen evenwel kan zondigen, al bedwingt hij zijn tong; en dewijl niemand zijn tong bedwingt gelijk behoort, Jak. 3:8, dat is ook een duidelijk bewijs van de onvolmaaktheid der mensen.

Jas 3.8

7) het gehele lichaam

Dat is, de werkingen van al de andere leden van het lichaam.

8) in den toom te houden.

Dat is, bedwingen dat zij den regel niet te buiten gaan; een gelijkenis, genomen van de paarden, die door den toom worden gedwongen den rechten weg te gaan. Zodat degene, die de tong kan bedwingen, hetwelk het zwaarste is, ook de andere ledematen bedwingen kan, dat lichter is; gelijk in Jak. 3:3 verklaard wordt.

Jas 3.3
Copyright information for DutKant