Psalms 41:5
10) zeide Te weten, in mijne krankte; Anders, ik zeg. Ezekiel 20:41
104) om den liefelijken reuk, Zie Gen. 8:21. Ge 8.21 105) geheiligd worden Dat is, geerd en grootgemaakt worden om de genade en weldaad, die Ik aan u zal bewezen hebben. Zie Lev. 10:3. Le 10.3 Ezekiel 28:22
63) [wil] aan u, o Sidon! Zie boven Ezech. 13:8; Jer. 21:13. Eze 13.8 Jer 21.13 64) verheerlijkt worden; Door mijne oordelen en straffen, [gelijk volgt] oorzaak geven van geerd en geroemd te zijn. 65) haar zal hebben Sidon. 66) geoefend, Hebreeuws, gedaan; alzo Ezech. 28:26, en Ezech. 30:19, enz.; zie boven Ezech. 5:8. Eze 28.26 30.19 5.8 67) geheiligd zal zijn. Mijne gerechtigheid, heiligheid en macht onder hen zal bewezen hebben. Alzo Ezech. 28:25, en Ezech. 36:23, en Ezech. 38:16. Eze 28.25 36.23 38.16
Copyright information for
DutKant