Psalms 44:12
16) schapen Hebr. schapen der spijze; dat is, die men slacht en opeet. Verg. Ps. 44:23. Ps 44.22 Isaiah 45:13
37) hem Te weten Cores mijnen gezalfde, Jes. 45:1. Isa 45.1 38) verwekt Te weten om mijn volk uit Babel te verlossen. 39) al zijn wegen Te weten die Hij tegen de Babylonirs trekken zal. De zin is: Ik zal hem in zijne aanslagen geluk en goeden voorspoed geven. 40) hij zal Te weten Cores. Zie Dan. 9:25. Da 9.25 41) Mijn stad bouwen, Te weten Jeruzalem, dat Ik mij uitverkoren heb om daarin te wonen. Zie Jes. 31:9. Isa 31.9 42) Mijn gevangenen De Joden, die mijn volk zijn, onaangezien zij in Babyloni gevangen zijn. Hebreeuws, mijne gevangenis. 43) loslaten, Te weten om naar Judea, hun vaderland, te trekken. 44) niet voor prijs, Maar vergeefs, uit milddadigheid, om mijnentwil, die hem zulk een voortreffelijke overwinning tegen de Babylonirs geven zal. Zie Jes. 52:3. Isa 52.3
Copyright information for
DutKant