Psalms 45:8
22) daarom Of, omdat u, enz. gelijk boven Ps. 45:3. Ps 45.2 23) uw God Te weten, de Vader. Verg. Ps. 22:2; Joh. 20:17. Ps 22.1 Joh 20.17 24) vreugdeolie Versta, de zalving des Heiligen Geestes, die een oorsprong en werker is aller geestelijke vreugde, enz. Zie Hand. 10:38. Ac 10.38 25) medegenoten Dat is, alle gelovigen, die des Heeren Christus' ledematen en ui genade door Hem tot priesters en koningen gemaakt zijn; 1 Petr. 2:9; Openb. 1:6. Zie ook Joh. 3:34. 1Pe 2.9 Re 1.6 Joh 3.34Psalms 45:13
37) dochter Dat is, de inwoners van Tyrus, de stad Tyrus. Zie van de deze stad Joz. 19:29, en 1 Kon. 5:1, en verg. Ps. 72:10,11; Jes. 49:23. Jos 19.29 1Ki 5.1 Ps 72.10,11 Isa 49.23 38) Tyrus Anders, belangende de dochter van Tyrus, de rijke, enz. 39) smeken Zie Job 11:19. Job 11.19Song of Solomon 4:11
46) Uw lippen, Met welke gij God aanroept, zijn Woord predikt, zijnen naam looft en prijst en uwen naaste sticht. 47) druppen Dat is, uwe redenen zijn mij zo lieflijk en aangenaam als den mensen het honigzeem. Zie deze gelijkenis ook Ps. 19:11, en Ps. 119:103. Ps 19.10 119.103 48) honig en melk Dit betekent hetzelfde dat straks gezegd is. Zie 1 Petr. 2:2. 1Pe 2.2 49) de reuk uwer Dat is, uwe goede werken. 50) de reuk van Libanon. Op den berg Libanon wiessen vele welriekende bomen en kruiden, inzonderheid wierookbomen, waar de berg Libanon zijnen naam van heeft, want Lebona betekent wierook. Hos. 14:6,7,8, belooft God Isral dat zijn reuk zou zijn als de Libanon, door den dauw zijner genade. Zie 2 Cor. 2:14,15. Ho 14.5,6,7 2Co 2.14,15Isaiah 61:10
45) Ik ben zeer vrolijk Dit spreekt de Christelijke kerk en een ieder lidmaat derzelve, den Heere dankende voor zijne weldaden aan hen bewezen. Hebreeuws, vrolijk zijnde, ben ik vrolijk. 46) den mantel Of, Hij heeft mij bedekt met den mantel der gerechtigheid; dat is, met gerechtigheid als met een kleed, welverstaande met zijne gerechtigheid, die Hij mij toegeigend heeft. 47) priesterlijk Dat is heerlijk, want de priesters waren heerlijk en sierlijk gekleed. Zie Exod. 28. Anders: prinselijk; want het Hebreeuwse woord betekent het ene zowel als het andere. 48) gereedschap. Dat is, sieraad, opschik, gesmijde. Hebreeuws, vaten, of instrumenten.Isaiah 63:1
1) is Deze, Dit nemen enigen voor de woorden van Jesaja, die in een visioen, ziende de rechtvaardige straf van God over zijne vijanden, zeer verwonderd en als verbaasd staat; doch anderen menen dat de kerk hier spreekt, zich verwonderende over het groot geweld van Christus tegen zijne vijanden in zijn dood en opstanding uit de doden. 2) van Edom Dat is, uit der Edomieten land, of van de Edomieten. Versta dit, van de vijanden van het volk van God in het algemeen, doch inzonderheid van de geestelijke vijanden, te weten den duivel en de dienaren van den Antichrist; gelijk boven Jes. 34:5. Isa 34.5 3) met besprenkelde Hebreeuws, gezuurdeegd van klederen. Zie de aantekening Ps. 71:4, en Ps. 73:21. De Griekse overzetters en anderen, met rood geverwde klederen, betekenende zijn toorn tegen zijne vijanden, met welker bloed zijne klederen besprenkeld waren. Vergelijk Openb. 19:13. Ps 71.4 73.21 Re 19.13 4) Bozra? Dit was de hoofdstad van het land der Edomieten, waarvan ook melding gemaakt wordt Jes. 34:6; Jer. 49:13,22; en hier kan men door Bozra verstaan de hoofdstad van alle vijanden van Gods kerk. Isa 34.6 Jer 49.13,22 5) versierd is Versta hier door het sieraad de heiligheid van Christus en zijn koninklijke heerlijkheid in zijn triomf over de vijanden. 6) voorttrekt Het Hebreeuwse woord betekent zoveel als in een vreemd land op en neder trekken, gelijk Jer. 48:12. Jer 48.12 7) in Zijn grote kracht? Te weten in de kracht zijner godheid. 8) Ik ben het, Hier antwoordt Christus de grote profeet, die in de wereld komen zou, gelijk beloofd wordt Deut. 18:15. De 18.15 9) Die in gerechtigheid spreek, Of, die met, of van gerechtigheid spreek; dat is, die de vijanden van het volk Gods, met de rechtvaardige straffen dreig. 10) Die machtig ben Of, die genoegzaam ben om te verlossen. Want Hem is gegeven alle macht in den hemel en op de aarde, Hij is een almachtig God met den Vader en den Heiligen Geest.1 Timothy 4:12
22) Niemand verachte Dat is, geef niemand oorzaak door uw handel en wandel, dat u iemand om uwe jonkheid met reden zou kunnen verachten; welken zin de volgende woorden vereisen. 23) in den geest, Dat is, ijver des Geestes, of gaven des Geestes.Titus 2:7
14) in de leer Dat is, in het voorstellen en prediken van de Evangelische leer. 15) onvervalstheid, Grieks, onverdorvenheid; dat is, zonder er enige valse leer bij te mengen, of instellingen der mensen, waardoor de zuivere leer bedorven en vervalst wordt. 16) deftigheid, Of, gestadigheid. Het eerste gaat de leer zelf aan, en dit de manier waarop deze moet voorgesteld worden.
Copyright information for
DutKant