Psalms 67
1) psalm, Zie Ps. 4:1, en Ps. 48:1. Ps 4.1 48.1 2) doe zijn Zie Num. 6:25,26. Nu 6.25,26 3) aan ons Of, bij, tot ons. 4) Sela. Zie Ps. 3:3. Ps 3.2 5) uwen De profeet spreekt nu God aan in den tweeden persoon, van wien hij tevoren in den derden persoon gesproken had. 6) weg Dat is, [gelijk door het volgende woord, heil, verklaard wordt] hoe wonderbaarlijk en genadiglijk Gij uw volk behoudt, zo lichamelijk als geestelijk, en bijzonderlijk uw heil openbaart in het Evangelie, dat ook des Heeren en Gods weg genoemd wordt; Hand. 18:25,26, enz. Ac 18.25,26
Copyright information for
DutKant