Psalms 7:10

22) beproeft,

Dat is, gedachten en bewegingen onderzoekt en doorgrondt: ene gelijkenis van de goudsmeden, die het goud door vuur beproeven. Alzo Ps. 11:4,5, en Ps. 17:3. en elders dikwijls. Zie Job 19:27.

Ps 11.4,5 17.3 Job 19.27

Micah 7:4

19) beste van hen is

Dat is, dien men voor den minste in boosheid zou rekenen.

20) doorn;

Zie Ezech. 2:6.

Eze 2.6

21) doornheg;

Verg. Spreuk. 15:19.

Pr 15.19

22) dag uwer

De bestemde tijd. Zie Joel 1:15.

Joe 1.15

23) wachters,

Dat is, profeten; versta, dien de profeten, u van God toegezonden, geprofeteerd hebben. Zie Ezech. 3:17.

Eze 3.17

24) uw

Of, uwer bezoeking; versta den dag uwer bezoeking.

25) bezoeking,

Dat is, straf. Zie Gen. 21:1.

Ge 21.1

26) is gekomen;

Dat is, zal zekerlijk komen, het is ophanden, dat u God bezoeken zal.

27) nu zal

Dat is, al haast. Zie Hos. 10:3.

Ho 10.3

28) hunlieder

Deze booswichten, die boven beschreven zijn.

29) verwarring wezen.

Gelijk zij alle verwarring hebben ingevoerd en alle boosheid samengedraaid, alzo zullen zij nu in de uiterste verwarring en verbijstering wederingewikkeld worden, zulks dat zij van benauwdheid niet zullen weten wat te doen of te laten, waaruit of waarin, gelijk men zegt. Verg. 2 Kron. 36; Jer. 39; Ezech. 4, en Ezech. 24:3,4,5,6,9,10,11.

Eze 24.3,4,5,6,9,10,11
Copyright information for DutKant