‏ Psalms 7:17

36) hoofd

Zie Rich. 9:24.

Jud 9.24

37) zijn geweld

Dat hij mij aandoet.

38) nederdalen.

Het zal hem van boven, door Gods rechtvaardig oordeel en regering, overkomen, wat hij mij meende te doen.

‏ Psalms 113:2

1) geprezen,

Hebr. gezegend.

‏ Psalms 115:1

1) ons, o HEERE!

Dit zijn de woorden van de godzalige gemeente der Isra‰lieten, bekennende dat zij het geenzins verdiend hadden noch waardig waren, dat God hun zijne genade en weldaden zou bewijzen, maar dat Hij zulks deed om de eer van zijnen naam.

2) om Uwer waarheid wil.

Doende getrouwelijk wat Gij beloofd hebt.

‏ Psalms 116:4

7) mijne ziel.

Dat is, mijn leven.

Copyright information for DutKant