Psa 78:31, 33, 59-60 | DutKant | STEP | 26) vetsten Dat is, aanzienlijkste, rijkste, sterkste, welgesteldste, lijvigste. Verg. Richt. 3:29. Hebr. vettigheden. 27) uitgelezenen Anders, jongelingen. Alzo Ps. 78:63.

Psalms 78:31

26) vetsten

Dat is, aanzienlijkste, rijkste, sterkste, welgesteldste, lijvigste. Verg. Richt. 3:29. Hebr. vettigheden.

27) uitgelezenen

Anders, jongelingen. Alzo Ps. 78:63.

30) ijdelheid

Zie Num. 14:28,29,33,34,35.

71) hoorde

Verg. boven Ps. 78:21.

Ps 78.21 72) Silo,

Zie 1 Sam. 4:4,11; Jer. 7:14, en Jer. 26:6,9.

73) mensen;

De Isralieten, die hier slechts mensen genoemd worden om uit te drukken de grote genade Gods, dat Hij onder ellendige mensen zijne woning opricht.