Psalms 92:8

Micah 6:6

13) Waarmede zal ik den HEERE

Hier wordt het volk ingevoerd, als antwoordende op de voorgaande woorden van den profeet, en vragende wat zij dan zouden moeten doen, dat God behagen mocht.

14) tegenkomen,

Dat is, bejegenen, tegemoet gaan. Alzo wordt het Hebr. woord genoemn, Deut. 23:4; Neh. 13:2, enz.; of voorkomen, dat is, zijn toorn en straf ontgaan.

De 23.4 Ne 13.2

15) hogen God?

Hebr. den God der hoogheid.

16) eenjarige kalveren?

Hebr. zonen, of kinderen van een jaar.

Copyright information for DutKant