Revelation of John 1:6

16) tot koningen

Namelijk om geestelijke heerschappij te voeren over de zonde en de wereld, en om geestelijke offeranden der dankbaarheid voor onze verlossing Gode toe te brengen. Zie 1 Petr. 2:5,9.

1Pe 2.5,9

Revelation of John 5:10

23) tot koningen en priesteren;

Zie hiervoren Openb. 1:6.

Re 1.6

24) heersen op de aarde.

Sommigen verstaan dit van de heerschappij der heiligen op de aarde ten tijde vn de duizend jaren, waarvan gesproken zal worden Openb. 20. Zie daar de wederlegging van dit gevoelen. Anderen verstaan dit van een heerschappij, die de heiligen in den hemel nu reeds over de mensen, die op de aarde zijn, voeren. Doch dit strijdt tegen andere plaatsen der Schrift, 2 Kon. 22:2. Zie Job 14:21; Jes. 63:16. En hier wordt uitdrukkelijk gesproken, niet van een tegenwoordige, maar van een toekomende heerschappij, die namelijk dan wezen zal wanneer zij met Christus in Zijn laatste komst zullen zitten op tronen, en de wereld, ook de engelen zelf oordelen, Matth. 19:28; Luk. 22:30; 1 Cor. 6:3, en wanneer de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zal zijn, in welke de rechtvaardigheid zal wonen; 2 Petr. 3:13. Zie ook Matth. 5:5.

2Ki 22.2 Job 14.21 Isa 63.16 Mt 19.28 Lu 22.30 1Co 6.3 2Pe 3.13 Mt 5.5
Copyright information for DutKant