‏ Revelation of John 3:5

16) Ik zal zijn naam geenzins

Dit wordt gezegd tot troost der gelovigen, die in twijfel zouden mogen komen over hun verkiezing. Niet dat iemand, die waarlijk geschreven is in het boek des levens, daaruit kan gedaan worden, want het tegendeel blijkt uit Openb. 13:8; Openb. 17:8; Openb. 20:15, en Openb. 21:27; maar omdat enigen ten opzichte van de roeping en hun belijdenis daarin schijnen geschreven te zijn, die daarna metterdaad tonen, dat zij uitgedaan worden uit het boek des levens, en dat zij met de rechtvaardigen niet worden geschreven, waar het laatste het eerste verklaart.

Re 13.8 17.8 20.15 21.27

17) zijn naam belijden

Namelijk als mijn ware dienaars en discipelen; Matth. 10:32.

Mt 10.32

‏ Revelation of John 13:8

21) welker namen niet

Dat is, welke door God in Christus niet zijn uitverkoren, gelijk Paulus spreekt Ef. 1:4. Zie dergelijke Luk. 10:20, en hierna Openb. 20:12.

Eph 1.4 Lu 10.20 Re 20.12

22) Dat geslacht is,

Enigen voegen deze laatste woorden: van de grondlegging der wereld met de voorgaande woorden: welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens, gelijk Paulus van de verkiezing in Christus spreekt, Ef. 1:4; anderen, bij de laatste woorden: dat geslacht is. Want hoewel Christus inderdaad niet is geslacht, dan toen Hij voor ons aan het kruis geleden heeft, zo is nochtans deze Zijn dood en offerande van het begin der wereld krachtig geweest tot verlossing Zijner gelovigen; en Hij is van den beginne geslacht in Gods besluit, in Gods beloften en in het geloof der uitverkorenen, gelijk van Abraham gezegd wordt, Joh. 8:56, en van Mozes, Hebr. 11:26.

Eph 1.4 Joh 8.56 Heb 11.26

‏ Revelation of John 17:8

21) was en is niet;

Dat hier van het antichristische rijk geprofeteerd wordt, is openbaar; daarom moeten al deze vier eigenschappen daarop passen. De eerste dan, dat het ten tijde van Johannes was, kan verstaan worden van het Romeinse rijk, dat onder verscheidene regeringen nu al enige honderden jaren geweest was, en nog blijven zou; waarbij de engel voegt, en is niet, omdat het in dien tijd geen geestelijk gebied over de kerken in het christenrijk had, nog in enige honderden jaren hebben zou.

22) zal opkomen uit

Namelijk omdat het eerst na vijfhonderd jaren, na den tijd van Johannes deze beide heerschappijen zou verkrijgen, wanneer de antichrist niet alleen alle geestelijke personen maar ook de wereldse prinsen, tegen Christus' leer en exempel, zou onderwerpen, gelijk ten tijde van Focas en daarna is geschied; Openb. 13:1.

Re 13.1

23) ten verderve gaan;

Namelijk nadat het een merkelijken tijd zal hebben gestaan, zal het allengskens weder afnemen, en zijn aanzien onder de christenen verliezen, gelijk nu enigen tijd herwaarts is begonnen, en in Openb. 18 zal vervuld worden.

24) zullen verwonderd

Dat is, zullen met eerbied daartegen bewogen zijn en dat aanbidden, of zich daaraan onderwerpen. Zie hier voren Openb. 13:3,4,8.

Re 13.3,4,8

25) (welker namen niet

Dat is, uitgenomen die, welker namen zijn geschreven in het boek des levens. Waarvan zie Openb. 13:8. Hetwelk hier tussen gevoegd wordt, opdat het niet zou schijnen, dat Christus, ten tijde van het rijk van den antichrist, geen gemeente op aarde meer zou hebben behouden.

Re 13.8

26) dat was en niet is,

Deze woorden kunnen uit de vorige aantekeningen op Openb. 17:8 genoeg verstaan worden.

Re 17.8
Copyright information for DutKant