‏ Romans 12:8

33) die vermaant, in het vermanen;

Of, vertroost; waardoor verstaan kunnen worden de leraars, die voornamelijk geroepen zijn om de Christelijke leer der gemeente toe te passen tot vermaning en vertroosting; die anderszins herders genaamd worden; Jer. 3:15, en Jer. 23:4; Zach. 10:2; Ef. 4:11; 1 Petr. 5:2,4.

Jer 3.15 23.4 Zec 10.2 Eph 4.11 1Pe 5.2,4

34) die uitdeelt,

Dat is, die geroepen is, om de aalmoezen en collecten der gemeente te vergaderen, en aan de armen, naar hunnen nood, uit te delen, die bijzonderlijk diakenen genoemd worden. Zie van dezelve Hand. 6.

35) in eenvoudigheid;

Namelijk des harten; niet straf of hoogmoedig zijnde tegen de armen, niet uit gunst of nijd gevende; maar met een medelijdend en eenvoudig hart hunnen nood aanziende, en hen naar denzelven getrouwelijk bijstaande.

36) die een voorstander is,

Of, die over anderen gesteld is. Waardoor verstaan kunnen worden de ouderlingen, die in het Woord niet arbeiden, 1 Tim. 5:17, maar met de herders opzicht hebben over de gemeente, om haar te regeren en in Christelijken vrede en tuchtte houden; die anders genaamd worden regeringen; 1 Cor. 12:28.

1Ti 5.17 1Co 12.28

37) die barmhartigheid doet,

Daardoor kan verstaan worden een zekere soort van diakenen en diakonessen, die bijzondere opzicht en bediening hadden over de kranken, ballingen en vreemdelingen, 1 Tim. 5:9, hetwelk een van de bijzondere werken der barmhartigheid is.

1Ti 5.9

38) in blijmoedigheid.

Dat is, met een gewillig en toegenegen hart, zonder zich dien moeilijken dienst te laten verdrieten, of zich tegen de armen gemelijk te tonen.

‏ Romans 12:11

46) traag

Of, lui.

47) in het benaarstigen.

Grieks, in de benaarstiging; dat is, in de werken uwer beroeping naarstiglijk waar te nemen.

48) Zijt vurig van geest.

Dat is, ijverig, niet lauw; Openb. 3:16.

Re 3.16

49) Dient den Heere.

Dat is, wilt als dienstknechten des Heeren vlijtig betrachten alles wat tot Zijn dienst en eer vereist wordt; Ps. 2:11; Ef. 6:7. Anderen lezen in het Grieks voor Kyrio, dat is de Heere, Kairo, dat is de tijd; in zulken in gelijk Ef. 5:16; Col. 4:5.

Ps 2.11 Eph 6.7 5.16 Col 4.5
Copyright information for DutKant