Romans 14:12

55) een iegelijk

Wie hij ook zij, groot of klein; zwak of sterk.

56) voor zichzelven

Dat is, van zijn eigen doen en laten, en niet van eens anders doen.

57) Gode

Dat is, den Heere Christus, die waarachtig God is en Gods gericht houden zal.

58) rekenschap geven.

Namelijk hoe wij ons gedragen hebben in dit leven. Zie Matth. 25:2; 2 Cor. 5:10.

Mt 25.2 2Co 5.10

2 Corinthians 5:10

19) geopenbaard worden

Namelijk niet alleen ten aanzien van onze personen, maar ook van onze gedachten, woorden en werken; Rom. 2:16; Openb. 2:23, en Openb. 20:12.

Ro 2.16 Re 2.23 20.12

20) wegdrage hetgeen

Namelijk tot ene vergelding.

21) door het lichaam

Namelijk hier in dit leven, of terwijl wij dit lichaam dragen.

22) hetzij goed

Dat is, het loon des goeds, uit genade.

23) hetzij kwaad.

Dat is, het loon des kwaads, uit verdienste. Zie van beide Matth. 25:34,41; Rom. 6:23.

Mt 25.34,41 Ro 6.23
Copyright information for DutKant