Romans 16:24

53) De genade van onzen Heere Jezus Christus

Zie Rom. 16:20. De apostel herhaalt dezen wens wederom, om te tonen hoe nodig dezelve is, en dat deze brief uit grote toegenegenheid van hem is geschreven.

Ro 16.20

1 Corinthians 16:23

65) De genade van den

Dit is het gewone besluit van al de zendbrieven des apostels.

2 Corinthians 13:13

34) De genade des Heeren

Namelijk, waardoor Hij ons met God heeft verzoend; Rom. 5:10.

Ro 5.10

35) de liefde Gods

Namelijk waarmede Hij ons in Christus Jezus liefheeft, en als Zijne kinderen aanneemt en bewaart; Rom. 8:39.

Ro 8.39

36) de gemeenschap des

Namelijk waardoor wij in deze genade en liefde meer en meer gesterkt, en daarvan verzekerd worden; Rom. 8:15. Alzo dat hier een klaar getuigenis is van de Heilige Drievuldigheid; hoewel de orde der personen hier niet gesteld wordt gelijk Matth. 28:19.

Ro 8.15 Mt 28.19

2 Thessalonians 3:17

36) een

Namelijk waardoor mijn eigen brieven van andere, die op mijn naam zouden mogen versierd zijn, bij de gemeente kunnen worden onderscheiden. Zie Col. 4:18.

Col 4.18

Dit onderscheid, gelijk voor deze in andere zendbrieven is aangetekend, gaat niet vast, en (het) is geloofwaardiger dat deze brief, gelijk de voorgaande, ook van Corinthe is geschreven, waar Paulus na zijn vertrek van Thessalonica anderhalf jaar is stil geweest, en waar Timotheus en Silas eerst tot hem zijn gekomen, in wier naam deze zendbrief ook is geschreven; 2 Thess. 1:1. Zie Hand. 18:5, Hand. 18:11.

2Th 1.1 Ac 18.5,11
Copyright information for DutKant