‏ Romans 2:16

40) In den dag

Die woorden moeten gevoegd worden met Rom. 2:12, doch kunnen ook volgen op Rom. 2:15, zo men het overzet tegen dien dag, want alsdan zullen de getuigenissen van de conscienti‰n der mensen, ook over hun verborgen zonden, dienen om het oordeel van Christus voor de gehele wereld te billijken, ook zelfs voor degenen, wien het Evangelie nooit is gepredikt; Openb. 20:12.

Ro 2.12,15 Re 20.12

41) naar mijn evangelie.

Namelijk hetwelk betuigt dat Christus hierna een rechter zal zijn over alle mensen, ook over degenen, wien het Evangelie niet is gepredikt, Rom. 2:12.

Ro 2.12

‏ Revelation of John 2:23

61) hare

Sommigen verstaan hierdoor haar discipelen. Doch daar tevoren daarvan gesproken is, zo verstaan anderen hier de kinderen, die uit deze vrouw en haar navolgers waren voortgekomen; en hier wordt zonder twijfel gezien op de kinderen, die afkomstig waren van Achab en Jezebel, die allen door het zwaard van Jehu zijn omgebracht, gelijk te lezen is 2 Kon. 9:22, en 2 Kon. 10:6, enz.

2Ki 9.22 10.6

62) dat ik

Dit doet Christus daarbij, omdat de voorstanders van deze secte enige dekmantels van hare gruwelen voortbrachten, en zochten de lelijkheid daarvan onder den schijn van geestelijke verborgenheden en christelijke vrijheid, bij de eenvoudigen te verduisteren; gelijk uit Openb. 2:24 blijkt, en gelijk enige Libertijnse secten nu ook doen. Waartegen Christus zijn alwetendheid stelt in het oordelen ook zelfs van de nieren en gedachten hunner harten.

Re 2.24

‏ Revelation of John 20:12

34) klein en groot,

Dat is, van alle soorten en staten; hoewel sommigen dit ook van ouderdom en voorkomen verstaan. Doch hetgeen hier onvolmaakt is, zal dan volmaakt worden; 1 Cor. 13:10.

1Co 13.10

35) staande voor God;

Dat is, staande voor den troon of rechterstoel van Christus, 2 Cor. 5:10; waaruit blijkt dat Christus ook de waarachtige God is.

2Co 5.10

36) de boeken werden

Namelijk der alwetendheid en voorzienigheid Gods, waarin ongetekend staat al het doen en laten der mensen. Zie degelijke Dan. 7:10; Mal. 3:16; en is een gelijkenis, genomen van het gericht der mensen, en handelingen onder grote prinsen, waar notitie of kennis wordt gehouden van alles. Zie Esth. 6:1. Anderen verstaan het van de boeken des gewetens van een ieder; hetwelk ook waar is, daar die zichzelf ook zal beschuldigen of ontschuldigen in dien dag. Zie Rom. 2:15,16.

Da 7.10 Mal 3.16 Es 6.1 Ro 2.15,16

37) des levens is:

Dat is, der genadige verkiezing vna God tot het eeuwige leven. Zie daarvan ook hiervoor Openb. 3:5, en Openb. 13:8, en Openb. 17:8.

Re 3.5 13.8 17.8

38) naar hun werken.

Namelijk die zij in dit leven zullen gedaan hebben, hetzij goed of kwaad; gelijk Paulus daarbij voegt 2 Cor. 5:10; zie daar de verklaring.

2Co 5.10
Copyright information for DutKant