Romans 5:14

36) de dood

Namelijk niet alleen de geestelijke en eeuwige dood, maar ook de lichamelijke, van welken hij in Rom. 5:14 inzonderheid spreekt, omdat die voor allen blijkelijk was; Rom. 8:10; 1 Cor. 15:22.

Ro 5.14 8.10 1Co 15.22

37) die niet gezondigd hadden

Dat is, de onmondige kinderen, die nog geen dadelijke zonden tegen de wet Gods hebben begaan, gelijk Adam en alle volwassenen na hem gedaan hebben, en die evenwel sterven. Waaruit dan blijkt dat zij met de erfzonde besmet zijn.

38) een voorbeeld is

Dat is, een gelijk exemplaar, namelijk dat gelijk Adam, degenen die van hem natuurlijkerwijze geboren zijn, in hem en door hem tot zondaars gesteld heeft, alzo ook Christus alle die door Hem overnatuurlijker wijze herboren worden, in Hem en door Hem tot rechtvaardigen stelt, gelijk de volgende verklaring bewijst.

39) Desgenen,

Dat is, van Christus des beloofden zaads, dat den Satan den kop zou vertreden, Gen. 3:15, op welke belofte de apostel hier schijnt te zien. Want aldaar wordt de tweede Adam beloofd, zo haast de eerst was gevallen.

Ge 3.15

Romans 8:10

32) het lichaam dood

Dat is, nog sterflijk, of den lichamelijken doop onderworpen, gelijk Rom. 8:11 verklaard wordt.

Ro 8.11

33) om der zonden wil;

Dat is, om de overblijfselen der zonde, die nog in u zijn; 1 Cor. 15:56.

1Co 15.56

34) de geest

Dat is, uwe ziel, die door Gods Geest vernieuwd is, gelijk blijkt uit de tegenstelling des lichaams.

35) is leven

Dat is, des eeuwigen levens deelachtig, en zal altijd bij God in heerlijkheid zijn, als is het, dat het lichaam voor een tijd moet afgelegd worden; 2 Cor. 5:1,8.

2Co 5.1,8

36) om der gerechtigheid wil.

Namelijk waardoor gij gerechtvaardigd zijt, en waarop ook de heiligmaking volgt, die Christus hier in ons begint en hier namaals in ons zal volbrengen, alzo hij zijn begonnen werk niet zal laten steken.

1 Corinthians 15:22

54) in Adam

Of, door Adam; dat is, door de zonde die Adam heeft gedaan, en al zijne nakomelingen in hem, als zijnde in zijne lenden; Rom. 5:12.

Ro 5.12

55) sterven, alzo zullen

Dat is, de schuld en noodzakelijkheid van te sterven, of van den tijdelijken dood [want van deze wordt hier alleen gesproken] over zich gehaald en gebracht hebben.

56) in Christus

Of, door Christus.

57) allen

Namelijk gelovigen, die in Christus zijn ontslapen; gelijk de tegenstelling hier vereist. Want hoewel Christus alle mensen in het algemeen zal opwekken, ook de goddelozen en ongelovigen, als hun rechtvaardige rechter, om hen aan lichaam en ziel eeuwiglijk te straffen, Matth. 25:32; Joh. 5:28; Hand. 24:15; 2 Cor. 5:10; Openb. 20:12,13, zo worden hier nochtans verstaan degenen, die van Christus zijn en die Hij opwekken zal als hun hoofd, waarvan hij de eersteling is, 1 Cor. 15:23.

Mt 25.32 Joh 5.28 Ac 24.15 2Co 5.10 Re 20.12,13 1Co 15.23

58) levend gemaakt worden.

Dat is, opgewekt uit de doden. Want daarvan wordt hier gesproken, niet van de geestelijke levendmaking.

Copyright information for DutKant