Romans 5:5

10) beschaamt niet,

Dat is, mist en bedriegt niet. Want als wij iets verwachten, of tot roemens toe hopen, dat wij daarna missen, zo worden wij daarover bij onszelven bedroefd en bij anderen beschaamd.

11) de liefde Gods

Namelijk waarmede Hij onsin Christus Jezus liefheeft, gelijk uitgedrukt wordt Rom. 5:8, hetwelk ons in den tijd van verdrukking meest troost en versterkt; Rom. 8:38,39.

Ro 5.8 8.38,39

12) uitgestort is

Dat is, overvloedig betuigd; Rom. 8:16.

Ro 8.16

13) Die ons is gegeven.

Namelijk tot een vertrooster in ons gemoed, en een onderpand van onze erve; Joh. 14:16,17; 2 Cor. 1:22; Ef. 1:13. En dit is het eerste fondament, waarom de hoop niet beschaamt, omdat de Heilige Geest hierin niet kan liegen.

Joh 14.16,17 2Co 1.22 Eph 1.13

Romans 10:11

26) in Hem gelooft,

Namelijk Christus, van wien bij Jes. 28:16, geprofeteerd wordt.

Isa 28.16

27) zal niet beschaamd worden.

Het Hebreeuwse woord Jes. 28:16 betekent eigenlijk en zal zich niet verhaasten, doch wordt in de Griekse overzetting vertaald en zal niet beschaamd, dat is in zijne mening bedrogen worden; omdat degenen, die zich zeer haast, zonder te weten waarheen hij zijne toevlucht zal nemen, lichtelijk beschaamd of bedrogen wordt.

Isa 28.16

1 Peter 2:4

8) Tot Welken komende,

Namelijk Heere Jezus, gelijk de volgende verzen vereisen.

9) een levenden Steen,

Dat is, een geestelijken steen; en Christus wordt zo genoemd tegen de levenloze stenen van den ceremoni‰elen tempel, die een afbeelding was van het geestelijke huis Gods, dat is, van Zijn gemeente, waarin God met zijn Geest en genade woont, 1 Cor. 3:16, waarvan Christus de fondamentsteen is, 1 Cor. 3:11, en de hoeksteen, waarop zowel Joden als heidenen tot een tempel Gods gebouwd worden. Zie ook Ef. 2:20, enz.

1Co 3.16,11 Eph 2.20

10) van de mensen wel

Dat is, van een groot deel der mensen, wereldse en ongelovige, vooral de Joden en hun oversten.

1 Peter 2:17

41) Eert een iegelijk;

Namelijk met de eer die hem volgens zijn staat en beroep toekomt.

42) de broederschap lief;

Dat is, de broederen en hunne christelijke vergaderingen, gelijk hierna 1 Petr. 5:9.

1Pe 5.9
Copyright information for DutKant