‏ Romans 8:13

40) zo zult gij sterven;

Namelijk den eeuwigen dood, gelijk uit het leven dat hier beloofd wordt blijkt. En dit zegt de apostel niet om de gelovigen aan hunne zaligheid te doen twijfelen, want het tegendeel zal hij van Rom. 8:14 tot het einde van Rom. 8, krachtiglijk bewijzen; maar hij zegt dit om hen te meer tegen het vlees te wapenen en om de rechte gelovigen te onderscheiden van degenen, die zich voor gelovigen uitgeven en zulks inderdaad niet zijn, alzo zij met hun leven betuigen dat zij door Gods geest niet zijn wedergeboren, welke hij, door dit zware dreigement, tot nadenken en bekering wil brengen.

Ro 8.14

41) door den Geest

Namelijk die in u woont en u alrede kracht daartoe heeft gegeven, zo gij maar door gebeden en andere oefeningen der godzaligheid dezelve behoorlijk verwekt; 1 Cor. 15:10; 2 Tim. 1:6.

1Co 15.10 2Ti 1.6

42) de werkingen des lichaams

Dat is, de begeerlijkheden en bewegingen der zonde, die nog in u overig zijn.

43) doodt, zo zult gij leven.

Dat is, wederstaat, tenonder brengt, dat zij in u niet leven of heersen.

‏ Galatians 5:24

85) die van Christus zijn,

Dat is, in Christus door het ware geloof ingelijfd, Hem toebehoren; die rechte Christenen zijn.

86) hebben het vlees

Dat is, zijn niet alleen schuldig hun bedorven aard te doden, en die niet te laten heersen; maar door de kracht van den Geest van Christus, die zij hebben ontvangen, doen ook zulks inderdaad.

87) de bewegingen en

Namelijk niet de natuurlijke, maar die tegen de wet Gods strijden, welke voortkomen uit den bedorven aard des mensen; Rom. 1:24,26.

Ro 1.24,26
Copyright information for DutKant