Song of Solomon 8:9
35) Zo Enigen nemen deze woorden voor de woorden van Christus; anderen voor de woorden der zusterkerken, wensende haren welstand. 36) zij een Te weten de kerk uit de heidenen. 37) muur is, Dat is, vast en sterk, in het geloof wel gegrond op het fondament van de leer der twaalf stammen Israls en der apostelen. Zie Openb. 21:14,19. Re 21.14,19 38) wij zullen Hierbij kan men verstaan de zusterkerken of de joodse kerken; want door de ledematen derzelve heeft de Heere de heidenen beroepen tot de gemeenschap der heiligen, inzonderheid bij name door de apostelen, die allen geboren Joden waren, die gelijk wijze bouwlieden het fondament van dit zilveren paleis gelegd hebben; 1 Cor. 3:10. 1Co 3.10 39) een paleis Of, kasteel, of sterke toren, gelijk men pleegt in of aan sterke muren der steden te bouwen. 40) van zilver Dit betekent de zuiverheid, schoonheid en duurzaamheid van dit paleis, versierd zijnde met de gave van Gods Woord en Geest, op welke zij gebouwd zou worden tot ene woonstede Gods; Ef. 2:22. Eph 2.22 41) op haar bouwen; Dat is, wij zullen haar meer en meer versterken en versieren, te weten door het woord en de predikatie van het heilige Evangelie. 42) zij een deur is, Dat is, staat haar hart open om de predikatie van het goddelijke Woord tot binnen in haar hart te laten komen en dat met vreugde te ontvangen. 43) rondom Of, versterken, besluiten, bevrijden. God de Heere belooft, Zach. 2:5, dat Hij een vurige muur rondom zijne kerk wil zijn. Zec 2.5 44) met cederen Dat is, met sterke palissaden en andere vastigheden. Cederhout, en de planken daarvan gemaakt, zijn schoon, sterk, duurzaam en goed van reuk. Van zulk hout was de tempel van Salomo getimmerd; 1 Kon. 6:15. Door deze cederen planken mag men hier verstaan het Woord der waarheid, waartegen de poorten der hel niets vermogen; Matth. 16:18, en 2 Cor. 13:8. 1Ki 6.15 Mt 16.18 2Co 13.8
Copyright information for
DutKant