Zechariah 2:6
15) Hui, hui, Of, hei, hei, of, ho, ho, of, o, o. Alzo ook Zach. 2:7. Zec 2.7 16) vliedt toch Ene aanspraak aan de Joden, die nog in Babyloni bleven. De zin is: Verlaat haastelijk het tegenwoordige gevaar, en hetgeen den Babylonirs over het hoofd is hangende, en vervoegt u bij Gods gemeente. Zie Jes. 48:20. Isa 48.20 17) uit het Noorderland, Dat is, uit Babyloni, hetwelk aan het land van Juda tegen het noorden lagf. Zie Jer. 6:22, en Jer. 16:15. Jer 6.22 16.15 18) want Ik heb ulieden uitgebreid Of, dewijl Ik ulieden [die als een vogeltje in een kooi zijt besloten geweest] nu uit die Babylonische gevangenschap heb verlost, alzo dat gij in het vrije veld moogt reizen en trekken waarheen het u belieft. Of, gelijk Ik ulieden voordezen in vier winden of gewesten der wereld verstrooid heb, alzo zal Ik u ook weder verzamelen en bij elkander brengen. 19) naar de vier winden des hemels, Dat is, zo wijd als de vier winden strekken. Anders: als de vier winden des hemels of in de vier winden. Verg. Ezech. 17:21. Eze 17.21
Copyright information for
DutKant