Zephaniah 3:3-4

7) avondwolven,

Die des avonds romdom sluipen, te weten, om op de schapen te loeren; zie Hab. 1:8. Men kan ook door avond verstaan den nacht, gelijk Zef. 2:7.

Hab 1.8 Zep 2.7

8) die de beenderen

Maar terstond hunne prooi met vlees en beenderen opvreten, nietmetal, ja zelf de beenderen niet overlatende tot des anderen daags 's morgens. Hebr. die niet ontbenen tot 's morgens. Zie Num. 24:8, en verg. Jer. 5:6.

Nu 24.8 Jer 5.6

9) tot aan den morgen.

Of, op den morgen, of tot op den morgen.

10) trouweloze mannen;

Hebr. mannen der trouweloosheden, die God noch de mensen getrouw zijn.

11) verontreinigen het heilige,

Dat is, ontheiligen, of ontwijden het heiligdom, of hetgeen den Heere gehieligd en geofferd werd; of, zij prediken het woorde Gods niet oprecht en leggen het niet uit in zijn rechten zin.

12) zij doen der wet geweld aan.

Zie de aantekening bij Ezech. 22:26; verg. Matth. 23:16; Mark. 7:9,10, enz.

Eze 22.26 Mt 23.16 Mr 7.9,10
Copyright information for DutKant