‏ 1 Corinthians 11:27-31

Hoe neem je deel aan het avondmaal?

1Ko 11:27. Ik hoop dat je onder de indruk bent gekomen van het avondmaal, dat wil zeggen van wat het voorstelt: Christus en Zijn verzoenende dood. Dan kun je je ook voorstellen dat God het erg vindt als christenen op een oppervlakkige manier met het avondmaal omgaan. Onkunde hierin kan God verdragen, maar misbruik van deze heilige instelling kan Hij niet verdragen.

Als gelovigen menen dat het avondmaal dient tot versterking van het geloof, is dat in veel gevallen onkunde. Het avondmaal is niet tot versterking van het geloof, maar tot gedachtenis aan een gestorven Heiland. Bij het avondmaal komen de gelovigen niet iets halen, een woord ter bemoediging of zo, maar komen ze iets doen en iets brengen. Ze verkondigen de dood van een Geliefde en danken Hem dat Hij in de dood heeft willen gaan. Zijn dood gedenken en Hem tegelijk danken kan omdat Hij als de Levende in hun midden is.

Iets anders is het als, net als in Korinthe, de gelovigen op een verkeerde manier met het avondmaal omgaan. Dan beseffen ze niet meer wat het brood en de wijn voorstellen. Het kan je zomaar gebeuren dat je helemaal gedachteloos het brood eet en de wijn drinkt. Je denkt er niet bij na. Plotseling besef je wat je hebt gedaan. Dan vertel je God dat je er weer eens niet met je gedachten bij was. Gelukkig weet Hij dat zoiets kan gebeuren.

Een andere zaak is het als het avondmaal een soort sleur wordt, telkens nietszeggend. Waar het bij de Korinthiërs om gaat, is dat zij “op onwaardige wijze” brood en wijn gebruiken. Ze gaan op een verkeerde manier met het brood en de wijn om. Ze eten van het brood om daardoor hun honger te stillen en ze drinken van de wijn om hun dorst te lessen. Ze zijn de ware betekenis vergeten.

Dit ‘op onwaardige wijze’ heeft niets te maken met het waardig of onwaardig zijn van de persoon die aan het avondmaal deelneemt. Ieder waarachtig lid van de gemeente is door het werk van de Heer Jezus waardig gemaakt om eraan deel te nemen. Laat je niet door een gevoel van onwaardigheid weerhouden om aan het avondmaal deel te nemen.

Alleen wanneer er zonde in het leven van de gelovige is, dat wil zeggen een zonde die niet beleden wordt, is die gelovige niet waardig om deel te nemen. In 1 Korinthiërs 5 is dit uitvoerig aan de orde geweest. De waarschuwing hier is om niet lichtzinnig aan het avondmaal deel te nemen, want dan zou je je schuldig maken aan het lichaam en het bloed van de Heer.

1Ko 11:28. Ieder die het avondmaal serieus neemt, zal daarvoor terugschrikken en zichzelf daarom onderzoeken. Dit zelfonderzoek, dit “zichzelf beproeven”, is een noodzakelijk iets. Hoe dat werkt? Kijk, wanneer je eraan denkt in de samenkomst de Heer te ontmoeten, word je je direct ook bewust van Zijn heiligheid en dat Hij alles van je weet. Is er bij die gedachte geen enkele vrees bij je? Kun je Hem onbevangen in de ogen zien?

Zelfonderzoek heeft altijd een resultaat. Het kan zijn dat je je dingen herinnert die niet goed zijn; die kun je dan wegdoen. Het kan ook zijn dat je je oprecht van niets bewust bent; dan kun je onbeschroomd deelnemen aan het avondmaal. In Mattheüs 5 vind je hoe de Heer Jezus zegt wat ik met mijn eigen woorden zojuist heb gezegd (Mt 5:23-24).

Wegblijven van het avondmaal of het avondmaal aan je laten voorbijgaan, is in geen geval de ideale oplossing. Je laat dan de verhindering of de zonde het winnen van je liefde voor de Heer Jezus. Nee, beproef jezelf, doe de verhindering of het verkeerde weg en eet zó van het brood en drink zó van de wijn.

1Ko 11:29. Wie niet bereid is tot zelfonderzoek en zelfoordeel, die eet en drinkt zichzelf gemakkelijk een oordeel dat God over hem of haar zal uitoefenen. God waakt voor de eer van Zijn Zoon. Hij kan niet doen alsof het Hem niets kan schelen hoe er met de gedachtenis aan Zijn Zoon wordt omgegaan. Ook heeft Hij de Zijnen te lief om hen zo door te laten gaan. Hij wil hen graag van de volle waarde van deze instelling laten genieten. Daarom is Hij genoodzaakt om Zijn tucht te brengen over allen die zich geen rekenschap geven van het heilige dat ze in het avondmaalsbrood en de avondmaalswijn in hun handen hebben.

Het ‘niet onderscheiden van het lichaam’ wil zeggen dat er voor de gelovigen geen bijzondere betekenis meer is verbonden aan het avondmaalsbrood. Hun hart staat erbuiten. Het raakt hen niet meer. Dan moet God in duidelijke taal tot hen spreken.

1Ko 11:30. In Korinthe zijn om die reden veel gelovigen zwak en ziek en een behoorlijk aantal is zelfs al overleden. Deze dingen moeten de Korinthiërs iets te zeggen hebben. Het is niet de bedoeling van Paulus om hier aan te geven dat elke zwakte of ziekte van het lichaam of elk sterfgeval het gevolg is van een zonde. God kan daar ook andere bedoelingen mee hebben. Maar in Korinthe is dit alles daar wel het gevolg van.

Zo kan het ook in de huidige tijd gebeuren dat een plaatselijke gemeente op een indringende wijze door God wordt aangesproken als er ineens verschillende gelovigen zwakte en ziekte vertonen en er zelfs gelovigen door de dood worden weggenomen. Dan kan men in de bidstonden van de gemeente voor de zwakken en zieken en achterblijvende familie bidden, maar het zal ook de bedoeling zijn dat men de Heer vraagt hoe het komt dat deze dingen gebeuren, wat de oorzaak daarvan is.

Zeker is het niet zo bedoeld dat zwakheid en ziekte en dood alleen de schuldigen treft. Dat kan wel zo zijn, maar in Korinthe moet het de hele gemeente aanspreken, want de toestand van het geheel is niet goed. Het kan ook zo zijn, dat God enkele trouwe gelovigen heeft weggenomen om de ontrouwen tot inkeer te brengen. Er zijn dan ook geen vaste regels voor Gods handelen aan te geven, behalve dat God door dergelijke gebeurtenissen ons wil wijzen op situaties die niet goed zijn.

1Ko 11:31. We kunnen dit oordeel dat God moet brengen, voorkomen door onszelf te beoordelen. Jij bent in staat en er zelfs toe geroepen om jezelf te beoordelen. Jezelf beoordelen houdt in, dat je voor jezelf onderscheid kunt maken of je nu wel of niet in de weg van de Heer wandelt. Als je iets verkeerds hebt gedaan, zul je het verkeerde dat je hebt gedaan, veroordelen. Je zult niet alleen de daad veroordelen, maar ook jezelf en de toestand van je hart, want die verkeerde daad heeft alleen kunnen gebeuren omdat je niet dicht bij de Heer Jezus bent gebleven.

1Ko 11:32. Als wij niet onszelf oordelen, zal de Heer ons tuchtigen. Zoals gezegd, houdt Hij te veel van ons om ons in de zonde te laten voortleven. Als we in de zonde zouden voortleven, zouden we samen met de wereld onder het oordeel van God omkomen, wanneer Hij de wereld zal veroordelen.

1Ko 11:33-34. Na deze ernstige verzen over het oordeel en de tucht van de Heer roept Paulus de Korinthiërs op om met elkaar rekening te houden. Wie zijn gewone maaltijd thuis gebruikt, zal niet in gevaar komen het avondmaalsbrood te misbruiken om zijn honger te stillen, wat oordeel over de samenkomst zou brengen. Als de gelovigen zich thuis goed op de samenkomst voorbereiden, zal de samenkomst een zegen inhouden voor allen die er zijn en geen oordeel.

De voorbereiding op de samenkomst is een belangrijke zaak. Dat doe je niet even op zaterdagavond, laat staan op zondagmorgen een uurtje voor de samenkomst, hoe belangrijk het ook is om juist dan, als gezin of persoonlijk, bezig te zijn met de dingen van de Heer. De voorbereiding op de samenkomst is iets van de hele week, van je hele leven. De dood van de Heer die je (misschien?) verkondigt, heeft immers zijn uitstraling naar alle facetten van je leven?

Paulus heeft hiermee niet alles gezegd wat hij over dit onderwerp op zijn hart heeft. Er zijn dingen die hij wil bewaren tot hij bij hen is. Die dingen hebben wij niet in de Bijbel. Het zou niet goed geweest zijn om alles formeel vastgelegd te hebben. Het Woord van God zoals wij dat in onze handen hebben, is genoeg voor alle tijden en alle omstandigheden. Wij hebben de Heilige Geest ontvangen om in onze tijd en in onze omstandigheden aan de slag te kunnen met wat Paulus wél heeft doorgegeven. Wie zich aan Gods Woord en de leiding van de Heilige Geest onderwerpt, zal daarvan de zegen ondervinden.

Lees nog eens 1 Korinthiërs 11:27-34.

Verwerking: Hoe beoordeel jij jezelf?

Copyright information for DutKingComments