‏ Acts 1:13

Volhardend in het gebed

De discipelen doen wat de Heer heeft gezegd. Ze gaan niet weer ieder naar zijn huis (Jh 20:10), maar ze verlaten de Olijfberg en gaan naar Jeruzalem. Ze hoeven niet ver te lopen. De afstand wordt gegeven naar de Joodse wijze van meten, een sabbatsreis. Het is de afstand die de Joden op de sabbat mochten afleggen, ongeveer achthonderd meter. Alles ademt nog de sfeer van het Jodendom.

De plaats waar ze heengaan, is een bekende plaats. In die zaal heeft de Heer Jezus hun laten zien dat Hij gemeenschap met hen wil hebben en wat de voorwaarden daarvoor zijn (Jh 13:1-20). Daar heeft Hij ook verteld over het Vaderhuis en de Heilige Geest (Jh 14:1-12). Het is “de bovenzaal”, dat wil zeggen een verheven plaats. Het is de plaats waar Hij Zijn gedachten bekendmaakt.

Daar zijn in de eerste plaats de elf apostelen bij elkaar. Lukas noemt van alle elf de naam. Petrus wordt weer als eerste van de hele groep genoemd en daarmee ook als eerste van de eerste groep van vier. Filippus wordt als eerste van de tweede groep van vier genoemd en Jakobus als eerste van de derde groep die nu slechts uit drie mannen bestaat omdat Judas Iskariot ontbreekt. Voor Judas Iskariot zal een ander worden gekozen.

Het eerste wat van de apostelen wordt vermeld, is dat zij volharden in het gebed. Dat is een prachtig begin. De eerste bijeenkomst na de hemelvaart van de Heer Jezus is gewijd aan gebed. Daarbij zijn alle apostelen aanwezig. Ze zijn voortdurend en ook eendrachtig aan het bidden. Het woord ‘eendrachtig’ komt elf keer in Nieuwe Testament voor, waarvan tien keer in Handelingen (Hd 1:14; Hd 2:46; Hd 4:24; Hd 5:12; Hd 7:57; Hd 8:6; Hd 12:20; Hd 15:25; Hd 18:12; Hd 19:29). De elfde keer lezen we het in Romeinen 15 (Rm 15:6). Eendracht is de praktijk van Psalm 133 (Ps 133:1-3). Nu komt er geen vraag bij hen op wie de grootste is.

Deze saamhorigheid, die zo prachtig in het volhardend samen bidden wordt beleefd, is de vooraankondiging van de uitstorting van de Heilige Geest. Zo zijn ze tien dagen bij elkaar, onder andere om te bidden voor de komst van de Heilige Geest (Lk 11:13). Voor ons is dat niet anders als wij Zijn machtige werking willen ervaren. Geen enkele dienst gaat goed zonder dat deze is voorafgegaan door gebed.

NB In het boek Handelingen komt het gebed vaak voor. Het loopt als een rode draad door het boek heen: Hd 1:14; 24; Hd 2:42; Hd 4:24; Hd 6:4; 6; Hd 7:60; Hd 8:15; Hd 9:11; 40; Hd 10:2; 9; Hd 12:5; Hd 13:3; Hd 14:23; Hd 16:13; 25; Hd 20:36; Hd 21:5; Hd 27:35; Hd 28:8.

Bij dit bidden van de apostelen zijn ook enige vrouwen aanwezig, van wie Maria, de moeder van de Heer, met name wordt genoemd. Het is de laatste keer dat ze in het Nieuwe Testament wordt genoemd. Zij bidt mee. Er wordt niet tot haar gebeden, zoals de rooms-katholieke kerk zeer onterecht leert en in die kerk ook gebeurt. Ze wordt “de moeder van Jezus” genoemd en niet ‘moeder Gods’, zoals de genoemde kerk zeer ten onrechte leert.

Behalve de apostelen en de vrouwen zijn ook de broers van de Heer aanwezig. Zij waren eerst ongelovig (Mk 3:21; Jh 7:5), maar hebben Hem later aangenomen als de Zoon van God. Het lijkt erop dat zij daarvan door Zijn opstanding overtuigd zijn geworden.

Copyright information for DutKingComments