‏ Acts 15:1-2

Behoudenis én besnijdenis?

Na tegenstand van buitenaf van de ongelovige Joden samen met de heidenen komt er nu tegenstand vanuit het midden van de gelovigen. Gelovige Joden uit Judéa die nog leven in verbinding met de eisen van de wet, willen deze eisen opleggen aan de gelovigen uit de volken. Zij zijn naar dit nieuwe centrum van het werk in Antiochië gekomen om daar hun leerstellingen aan de gelovigen op te leggen. Hun lering houdt in dat de behoudenis afhankelijk wordt gemaakt van de besnijdenis.

Dit is een frontale aanval op het evangelie van de genade van God, en dat in het centrum van de gemeente. Deze mensen willen voorkomen dat het christendom los komt te staan van het Jodendom. Als dit zou zijn gelukt, zou het christendom slechts een Joodse sekte zijn geworden. Wat deze Judaïsten zeggen, is hetzelfde als te zeggen: Als je niet bij onze groep komt, kun je niet behouden worden, want buiten ons is geen zaligheid. Voor hen die dit naar voren brengen, is het geen vraag of ze gelijk hebben. Er is in hun wettische leer daaraan niet het geringste spoor van twijfel.

Nu zou hun leer niet veel opschudding hoeven te veroorzaken als de gelovigen zelf in de waarheid bevestigd zouden zijn en daaraan ook zouden vasthouden. Mensen die een wettische leer brengen, hebben noch de Schrift noch de apostelen aan hun kant. Het volk is echter volgzaam en deze personen spreken met stemverheffing en overredingskracht. Daarom moet er krachtig tegen worden opgetreden.

Het betreft dan ook niet een klein verschil van inzicht, maar het raakt de kern van het evangelie. Het invoeren van de wet is de loochening van een opgestane en verheerlijkte Christus. Het ontkent dat door Christus alles is volbracht wat nodig is om behouden te worden. Deze mensen kijken terug naar de tijd vóór het kruis, naar dingen en personen op aarde. Ze kijken niet door een gescheurde voorhang naar Christus daarboven. Ze willen de oude heerlijkheid van de Joden vasthouden waaraan zij eer voor zichzelf ontlenen. Zij leren dat er alleen behoudenis kan zijn door geheel en al Jood te worden.

In dit hoofdstuk gaat het erom dat vastgesteld wordt dat de behoudenis in niets anders ligt dan alleen in het geloof in de Heer Jezus zonder enige aanvullende voorwaarde. Behalve dat de crisissituatie gaat over een leerstuk van het hoogste belang, gaat het ook om het voorkomen van een scheuring in de gemeente en wel tussen gelovige Joden en gelovige heidenen.

De Joodse christenen blijven ijveraars voor de wet. Op zich is dat niet het probleem. Het probleem is, dat ze gelovigen uit de heidenen ertoe willen verplichten zich ook aan de geboden van de wet te houden. Voor de Joodse christenen is het christendom een voortzetting van het Jodendom, maar nu met het geloof in de Messias Jezus. Voor hen zijn de gemeenten onder de volken gemeenten van proselieten. Zij beschouwen deze gelovigen als mensen die zijn overgegaan naar het Jodendom. Er is voor hen nog niets naast het Jodendom. Maar zij hebben het mis, want het christendom is iets volkomen nieuws dat niets met het Jodendom gemeen heeft.

Als de gelovigen aan het Jodendom blijven vasthouden of verplicht zouden worden eraan vast te houden, zou het christendom worden gereduceerd tot het Jodendom. Later zal Paulus de nieuwe bedeling in al zijn facetten in het licht stellen door middel van de diverse brieven die hij aan diverse gemeenten schrijft. Hij laat vooral in de brief aan de Efeziërs zien dat Jood en heiden samen iets nieuws zijn geworden in de gemeente.

De verkeerde leer bewerkt een grote discussie, tweedracht, onrust en verwarring. Paulus en Barnabas, die hun werk bedreigd zien, protesteren krachtig tegen deze valse leer. Gelukkig hebben de broeders in Antiochië zoveel vertrouwen in Paulus en Barnabas, dat zij bepalen dat deze twee samen met enkele anderen naar Jeruzalem moeten gaan om daar deze twistvraag aan de apostelen en oudsten voor te leggen.

Het probleem is niet alleen een probleem van Antiochië. Ook Jeruzalem is er direct bij betrokken. Deze kwestie moet naar de raad van God niet worden opgelost door apostolisch gezag of door de werking van Zijn Geest in Antiochië. Dit zou de gemeente misschien hebben verdeeld. Om de eenheid te bewaren moet deze zaak worden opgelost tijdens een conferentie in Jeruzalem, het centrum van de Joodse orde. In Jeruzalem moeten de Joodse christenen, de apostelen, de oudsten en de hele gemeente, uitspreken dat de gelovigen uit de heidenen vrij van de wet zijn. De dingen die op het spel staan, raken de kern van het christendom. Het belang van een standpunt naar Gods gedachten is groot.

Copyright information for DutKingComments