Acts 19:29-31
Demétrius ontketent een oproer
Terwijl Paulus voorbereidingen heeft getroffen voor zijn reis naar Macedonië, ontstaat er een grote opschudding in Efeze. Evenals in Filippi ontspringt deze opschudding niet uit Joodse maar uit heidense bron. Lukas beschrijft uitvoerig en levendig het verloop ervan. Mogelijk doet hij dat om te laten zien dat er behalve een innerlijke aandrang om naar Jeruzalem te gaan, wat betekent dat hij Efeze zal verlaten, ook een uiterlijke aanleiding is. De opschudding ontstaat over “de Weg”. Met de Weg wordt het christelijk geloof bedoeld dat wordt uitgedragen door hen die tot geloof in de Heer Jezus zijn gekomen. Dit uitdragen van het geloof bestaat niet zozeer in woorden als wel in daden, in het bewandelen van de Weg van het geloof. De consequente navolging van de Heer Jezus heeft het leven van velen in Efeze volkomen veranderd. Dat merkt Demétrius aan zijn portemonnee. Door de vele bekeringen loopt zijn zaak niet meer zo goed. De vraag naar zijn zilveren tempeltjes daalt dramatisch. Dat maakt de diep ingewortelde haat tegen het evangelie bij hem openbaar. Het hele systeem, waardoor hij fortuin heeft gemaakt, wankelt en daarmee ook het aanzien dat zijn handel hem verschaft. De tempels die hij maakt, zijn gewijd aan Artemis, de godin van de jacht. Deze moedergodin is de geweldige tegenpool van de Vader God van de Bijbel. We zien hier de grote tegenstelling tussen de Weg van het christelijk geloof en het heidendom. Achter de afgoden gaan demonische machten schuil. Achter de afgoderij zit ook de god van de mammon. Bij Demétrius gaan geld en godsdienst samen. Als hij zijn winst ziet slinken, speelt hij in op de economische achteruitgang als een zaak die iedereen in het bedrijf en ook de toeleveringsbedrijven treft. Mensen van de wereld zijn niet harder te treffen dan dat hun de welvaart en de daarmee samenhangende luxe worden ontnomen. Als dat gebeurt, komt er opstand. Demétrius wijst Paulus als de schuldige aan omdat deze durft te beweren dat hun goden geen goden zijn. De tempeltjes zijn dan ook niet slechts souvenirs, maar artikelen met een godsdienstige betekenis. Daarmee rekent de boodschap van Paulus af. Zonder zich dat bewust te zijn erkent Demétrius in wat hij als aanklacht bedoelt de kracht van het evangelie. Het evangelie moet wel door velen zijn aangenomen als Demétrius kan zeggen dat de bedrijfstak wordt bedreigd – hoewel hij dat wel overdreven kan hebben – omdat zijn beelden niet meer zo massaal aftrek vinden. Dan brengt hij behendig het afnemende eerbetoon aan “de grote godin Artemis” naar voren. Daarmee verplaatst hij de aanval van het economische naar het godsdienstige terrein. Er is niets waarin een mens fanatieker is dan in zijn godsdienst. Tast je hem daarin aan, dan raakt hij buiten zinnen en is hij voor geen enkele rede meer vatbaar. Dat blijkt direct na zijn woorden. Ze worden allemaal woest en verklaren zich uitzinnig schreeuwend solidair met de Artemis van de Efeziërs. De hele stad raakt vol verwarring. Maar de verwarring is niet zo groot, of hun woede zoekt een uitweg in het opsporen van de beledigers van hun grote Artemis. Het lijkt erop dat ze Paulus niet kunnen vinden. Daarom sleuren ze maar twee reisgenoten van Paulus mee naar het theater dat ook gebruikt wordt voor het houden van een volksvergadering. Paulus wil zich onder het volk begeven ter wille van zijn vrienden die vanwege hem meegesleurd zijn. De discipelen weerhouden hem daarvan door hem tegen te houden. Het zou niet wijs geweest zijn dat te doen. Enkele oversten van Asia die vrienden van Paulus zijn, onderstrepen de juistheid van het optreden van de discipelen. Ze sturen een boodschap waarin ze erop aandringen dat Paulus niet naar het theater moet gaan. Er is heel wat nodig om Paulus tegen te houden, maar uiteindelijk gaat hij dan toch niet. Dat ook enkele oversten Paulus goedgezind zijn, laat wel zien welke enorme uitwerking de prediking van Paulus heeft gekregen onder de zegen van de Heer. Of deze oversten gelovigen zijn, is niet duidelijk. In elk geval zijn ze op zijn hand. In de algemene opschudding weten de meesten niet eens waar het om gaat, maar worden ze meegesleept door de algemene stemming. Als een mens in een massa is, is het gevaar groot dat hij zijn persoonlijkheid verliest en daarmee het vermogen om tot een persoonlijke beoordeling van de situatie te komen.
Copyright information for
DutKingComments