Deuteronomy 23:18

Tegen gewijde ontucht

Het verbod op gewijde ontucht of tempelprostitutie zou niet nodig moeten zijn. Dat Mozes het toch noemt, geeft aan dat hij het volk kent, dat het tot zulke gruwelen in staat is. Dit gebod is noodzakelijk gebleken, want het is later schandelijk overtreden (Hs 4:14; 2Kn 23:7; Mi 1:7). Het betreft hier zowel mannelijke als vrouwelijke prostituees. Het woord voor mannelijke prostituee is ‘hond’ en wordt hier in de uitdrukking “hondengeld” figuurlijk gebruikt (vgl. Op 22:15).

Van zulke mensen wil God absoluut geen offer. Het is Hem “een gruwel” (vgl. Sp 15:8). Zulke personen wagen het zelfs bepaalde geloften te betalen met geld dat op deze schandelijke manier is verkregen. In hun eigen ogen geeft het ze ook nog een soort goedkeuring om hun zondig bedrijf voort te zetten (Sp 7:14-15). Maar God kan niets aannemen wat bekering en berouw ter zijde stelt.

Wij kunnen God alleen eren met offers die we op een eerlijke en eerbare wijze hebben verkregen. Het gaat er niet alleen om wat we geven, maar God vindt het ook belangrijk hoe wij eraan zijn gekomen.

Copyright information for DutKingComments