Eze 36:8-11 | DutKingComments | STEP | In tegenstelling tot de heidenvolken ( ) zal Zijn land geen schande meer dragen, maar het zal vruchten dragen ( ) . Het land zal vruchten dragen voor het volk Israël, want de tijd voor de terugkeer van het volk is nabij, dat wil zeggen in de ogen van de HEERE, want voor Hem is de toekomst heden (vgl. ) . Om de zegen te bewerken zal Hij Zelf naar het land toe komen en Zich weer tot het land wenden. Het land zal bewerkt en bezaaid worden ( ) . Dat is een prachtige verwijzing naar de komst van de Messias naar Zijn volk waarbij ook het land zal delen in Zijn glorie. Er zullen weer mensen in het land zijn, die samen het huis van Israël zullen vormen ( ) . Het is één geheel, zonder dat er iets aan ontbreekt. De steden zullen weer bewoond en de puinhopen herbouwd worden (vlg. ; ) . Mens en dier zullen talrijk zijn en in aantal toenemen ( ) . De vroegere tijden zullen herleven en door de goedheid van God zelfs overtroffen worden. Dan zullen de bergen weten dat Hij de HEERE is. Zijn volk zal over het land lopen en het in bezit nemen om het nooit meer kwijt te raken ( ) . Deze situatie zal door de Messias bewerkt en in stand gehouden worden in het vrederijk. De HEERE zal alles wat ten kwade van Zijn land is gezegd, ten goede doen keren ( ) . Zijn land is beschuldigd van het verslinden van de eigen mensen (vgl. ) en dat het de eigen volken, dat zijn de stammen van Israël, van hun kinderen heeft beroofd. Dat is te wijten aan hun ontrouw ( ) . Hun kinderen zijn massaal in de oorlogen omgekomen, maar ook wel door hun ouders aan de afgoden geofferd. Dat zal niet meer zo zijn, zegt de HEERE ( ) . Hij zal de heidenvolken elke aanleiding ontnemen om ooit nog een woord van smaad over het land te uiten ( ) . Hoe Hij dat doet, zegt Hij in het volgende gedeelte.

‏ Ezekiel 36:8-11

Israël draagt vrucht en wordt bevolkt

In tegenstelling tot de heidenvolken (Ez 36:7) zal Zijn land geen schande meer dragen, maar het zal vruchten dragen (Ez 36:8). Het land zal vruchten dragen voor het volk Israël, want de tijd voor de terugkeer van het volk is nabij, dat wil zeggen in de ogen van de HEERE, want voor Hem is de toekomst heden (vgl. 2Pt 3:8). Om de zegen te bewerken zal Hij Zelf naar het land toe komen en Zich weer tot het land wenden. Het land zal bewerkt en bezaaid worden (Ez 36:9). Dat is een prachtige verwijzing naar de komst van de Messias naar Zijn volk waarbij ook het land zal delen in Zijn glorie.

Er zullen weer mensen in het land zijn, die samen het huis van Israël zullen vormen (Ez 36:10). Het is één geheel, zonder dat er iets aan ontbreekt. De steden zullen weer bewoond en de puinhopen herbouwd worden (vlg. Js 58:12 ; Js 61:4; Am 9:11 ; 14). Mens en dier zullen talrijk zijn en in aantal toenemen (Ez 36:11). De vroegere tijden zullen herleven en door de goedheid van God zelfs overtroffen worden. Dan zullen de bergen weten dat Hij de HEERE is. Zijn volk zal over het land lopen en het in bezit nemen om het nooit meer kwijt te raken (Ez 36:12). Deze situatie zal door de Messias bewerkt en in stand gehouden worden in het vrederijk.

De HEERE zal alles wat ten kwade van Zijn land is gezegd, ten goede doen keren (Ez 36:13). Zijn land is beschuldigd van het verslinden van de eigen mensen (vgl. Nm 13:32) en dat het de eigen volken, dat zijn de stammen van Israël, van hun kinderen heeft beroofd. Dat is te wijten aan hun ontrouw (Lv 18:24-25 ; 28). Hun kinderen zijn massaal in de oorlogen omgekomen, maar ook wel door hun ouders aan de afgoden geofferd. Dat zal niet meer zo zijn, zegt de HEERE (Ez 36:14). Hij zal de heidenvolken elke aanleiding ontnemen om ooit nog een woord van smaad over het land te uiten (Ez 36:15). Hoe Hij dat doet, zegt Hij in het volgende gedeelte.