‏ Genesis 27:15-16

Samenzwering

Rebekka hoort van het voornemen van Izak. Dat maakt haar ongerust. Ze denkt dat de Goddelijke zegen Jakob zal ontgaan. In plaats van naar Izak te gaan en hem te herinneren aan het voornemen van God om de jongste te zegenen voor de oudste neemt ze haar toevlucht tot list. Het is één ding om de gedachten van God te kennen, het is een ander ding hoe ze gerealiseerd worden. Het is vreselijk om door bedrog God te helpen.

Zou God haar geen antwoord hebben gegeven als ze met dit probleem naar Hem zou zijn gegaan? Vroeger heeft ze dat gedaan (Gn 25:22). Ze is zo eensgezind met Izak begonnen. Ze hebben elkaar van de HEERE gekregen (Gn 24:1-4; 12-15; 57-67). Samen hebben ze Hem gezocht voor het krijgen van kinderen (Gn 25:21). Nu gaat ze haar man bedriegen. Ze meent Jakob en de zegen voor hem daardoor veilig te stellen, maar ze raakt Jakob erdoor kwijt.

Het bedrog vindt plaats door twee geitenbokjes en hun vellen. Later zal Jakob op dezelfde manier bedrogen worden (Gn 37:31-34). Jakob maakt eerst nog bezwaar. Hij denkt mee, maar alleen in negatieve zin. Hij denkt alleen aan wat de gevolgen zijn als het bedrog ontdekt zou worden. Er is geen schuldgevoel, maar slechts angst voor de vloek bij ontdekking.

Rebekka verklaart zich bereid de vloek op zich te nemen. Ze ziet wel een oplossing. De vellen brengen uitkomst. Dan maakt ze het smakelijk gerecht klaar “zoals zijn vader het graag had” (Gn 27:14b). Ze maakt de geitenbokjes zó klaar, dat het op wildbraad lijkt, waardoor het “bedrieglijk voedsel” wordt (Sp 23:3).

Het is heel kwalijk om in een huwelijk de kennis die man en vrouw van elkaar hebben verkregen, te misbruiken voor de eigen plannen. Hier ondermijnt de kennis hun eenheid, terwijl wat echtgenoten van elkaar weten, zou moeten dienen tot versteviging van hun huwelijk. Er is geen openheid meer. Ze spelen verstoppertje voor elkaar.

Copyright information for DutKingComments