‏ Joel 1:20

De dieren roepen tot de HEERE

Nadat de profeet heeft geroepen, volgt hier het schreeuwen van de dieren. De profeet ziet hoe de dieren smachtend tot God opzien. Ook de dieren lijden onder de ontrouw van de mens. God hoort hun roepen (Jb 39:3; Ps 104:21; 27). Met dit opzien naar Hem zijn de dieren de mens tot voorbeeld.

De zorg van God gaat ook uit naar de dieren. Als de vloek van de schepping in het vrederijk is weggenomen, delen ook de dieren in de zegen ervan: “Mensen en dieren verlost U, HEERE” (Ps 36:7). Na de prediking van Jona moeten de dieren delen in de verootmoediging die de koning van Ninevé heeft afgekondigd; ook zij mogen niets eten (Jn 3:7). God betrekt ook de dieren erbij als Hij na de verootmoediging Ninevé spaart: “Zou Ík dan die grote stad Ninevé niet ontzien, waarin meer dan honderdtwintigduizend mensen zijn die het verschil tussen hun rechter- en hun linker[hand] niet weten, en [daarbij] veel vee?” (Jn 4:11).

Copyright information for DutKingComments