John 13:36-37

Petrus’ verloochening voorzegd

Wat de Heer heeft gezegd over Zijn heengaan, roept bij Petrus de vraag op waar Hij dan wel heengaat. Hij vraagt Hem ernaar. De Heer antwoordt niet met het noemen van de plaats waar Hij heengaat, maar door te zeggen dat Petrus Hem daarheen nu niet kan volgen. Daarmee doelt Hij op Zijn onnavolgbare werk op het kruis. Als Hij Zijn werk op het kruis zal hebben volbracht, zal het wel mogelijk zijn om Hem te volgen. Petrus zal Hem later volgen als martelaar in de marteldood om daardoor te komen waar Hij is.

Ook dit begrijpt Petrus niet en hij vraagt Hem ernaar. Hij voegt er ook aan toe dat hij bereid is de Heer zelfs in de dood te volgen. Hoewel Petrus het goed bedoelt, blijkt uit zijn woorden dat hij niet beseft wat hij zegt. Hij heeft de Heer werkelijk lief, maar hij kent zichzelf niet goed. Als hij beter had geluisterd, zou hij zich hebben geschikt naar de woorden van de Heer, zelfs al had hij niet alles begrepen. Niet goed luisteren brengt ons veel verlies en ook veel pijn. We moeten vaak leren door pijnlijke ervaringen, die we hadden kunnen voorkomen als we meer onderworpen van hart waren geweest.

De Heer prijst Petrus niet om zijn liefde voor Hem, maar zegt hem waartoe hij zal komen. De ernst van deze voorzegging laat Hij weer voorafgaan door het dubbele “voorwaar” gevolgd door het gezaghebbende “Ik zeg je”. De tot drie keer toe herhaalde verloochening door Petrus van zijn Meester, voorzegd door de Meester, maakt de Meester groot. Hij herstelt Petrus ondanks zijn herhaalde verloochening door Zijn wondere genade. En wat Hij is voor Petrus, dat is Hij niet minder voor ons.

Copyright information for DutKingComments