‏ Joshua 10:12-13

De HEERE verslaat de Amorieten

God wil uit het falen van de Zijnen zegen tevoorschijn laten komen. Als we dat zien, zal vrees verdwijnen (Jz 10:8). Als het geloof op God is gericht, dat wil zeggen dat we op Hem vertrouwen, kunnen we vertrouwend verdergaan. God heeft hun de overwinning beloofd. Zij moeten handelen, er moet strijd zijn. Maar als er gestreden wordt met de toezegging van de HEERE in gedachten, is strijd alleen maar overwinning.

Ze verplaatsen zich in de nacht. De overval is verrassend. De HEERE strijdt mee. Hij brengt de vijand in verwarring, waardoor het volk de overwinning kan behalen. De HEERE heeft in de hagelstenen Zijn eigen wapen: “Hebt u de schatkamers van de hagel gezien, die Ik achterhoud voor een tijd van benauwdheid, voor een dag van strijd en oorlog?” (Jb 38:22b-23; vgl. Ex 9:24-25). Daarmee doodt Hij er meer dan Zijn volk dat doet door het zwaard.

De profetische toepassing ligt voor de hand als we denken aan het boek Openbaring, waar we ook hagelstenen tot oordeel vanuit de hemel zien komen (Op 16:21). Het gebeuren in Jozua wijst op de eindzege. Als wij ons verheugen op de verschijning van de Heer Jezus, dan verheugt het ons ook dat God de aarde zal reinigen van alle kwaad en dat ook onze overwinningen ten einde zijn gekomen in de eindzege. Dan is er geen strijd meer te strijden.

Uit wat Jozua zegt, spreekt een enorm geloof (Jz 10:12). De Heer Jezus heeft tegen ons gezegd dat we bergen kunnen verzetten als we maar geloof hebben (Mt 21:21-22; Mk 9:23). Jozua is zich bewust van de zegen die God wil schenken. Daarom richt hij zich in geloof tot God en beveelt in Gods Naam de zon en de maan stil te staan. Hij spreekt zijn woorden voor de ogen van het volk, waardoor allen tot getuigen worden gemaakt van de gevolgen van zijn geloofsuitspraak. Het geeft aan zijn geloof een extra dimensie. Hij is zeker van de verhoring en getuigt daarvan. Het volk heeft dat geloof niet gehad, maar na het zien van de verhoring zal het er wel door gesterkt zijn. Die uitwerking mag het ook op ons hebben.

Wij leven in de dag van de overwinning, met strijd tegen de machten van het kwaad in de hemelse gewesten. De strijd is niet alleen tussen Jozua en Adoni-Zedek, maar tussen de God van Israël en de afgoden van de Kanaänieten, dat zijn in werkelijkheid de demonische machten die achter deze afgoden schuilgaan. Baäl is de zonnegod en Astarte de maangod. De vijand gelooft dat de zon en de maan aan hun kant staan. Door het geloof van Jozua worden zij in hun beweging vastgezet als bewijs dat de God van Israël werkelijk en alleen God is.

Wij hebben de strijd tegen geestelijke overheden en machten. Jozua lijkt te begrijpen dat het niet alleen om de koningen van vlees en bloed gaat, maar om hen door wie zij zich laten leiden en die aan de zijde van de vijanden staan. Jozua vraagt God om Zijn macht over de kwade machten te tonen.

Als Jozua de zon gebiedt stil te staan, vervult hij het voornemen van God, Wiens kracht almachtig is en aan Wiens bevel zon en maan gehoorzamen. Afgodendienaars mogen tot zon en maan roepen om hulp, dat wil zeggen tot Baäl en Astarte, maar de HEERE, de Allerhoogste, toont aan Zijn volk dat de krachten van de hemel slechts Zijn dienaren zijn.

Als Jozua zegt “zon, sta stil”, is dat niet de wetenschappelijke taal, maar wat wordt gezegd in het alledaagse taalgebruik. Iedereen zegt dat de zon opgaat en ondergaat. De zon blijft op die dag twaalf uur langer aan de hemel staan. Het is een bijzondere, unieke dag. De stem van Jozua wordt verhoord zoals nooit de stem van iemand anders is verhoord. Hij is een beeld van de Heer Jezus.

We kunnen de zon ook als een beeld van de Heer Jezus zien. Door het stilstaan van de zon blijft het langer licht. De zon gaat niet over de wereld onder, voordat de gelovigen Zijn opgenomen. De gelovigen zijn “allen zonen van [het] licht en zonen van [de] dag” (1Th 5:5a). Zij kunnen door de kracht van de Geest van Christus in het geloof nu al overwinningen behalen die God eenmaal openbaar over de hele aarde zal behalen.

Wij zien de Heer Jezus nu al. Hij is door God verhoord in Zijn dood en opstanding. Hij is de Zon aan Gods rechterhand. Wij leven in de dag die niet eindigt tot de volle overwinning is behaald. Wij zien Hem aan Wie nu al “is gegeven alle macht in hemel en op aarde” (Mt 28:18). De demonische machten sidderen en beven voor dit licht van de zon.

Het “Boek van de Oprechte” is een geschiedenisboek waarin bepaalde daden zijn opgetekend, mogelijk in dichtvorm, die in het algemeen niet in de Schrift zijn opgenomen (2Sm 1:18; vgl. Nm 21:14; 1Kn 14:19; 29). Het is oude Hebreeuwse literatuur die verloren is gegaan. Als het in Gods plan voor Zijn Woord past, citeren bijbelschrijvers daaruit (vgl. Tt 1:12).

Copyright information for DutKingComments