‏ Mark 8:8

Spijziging van de vierduizend

De discipelen lijken de vorige ervaring te zijn vergeten. Zo vergaat het ons ook vaak. We weten hoe vaak de Heer ons al uit moeilijke situaties heeft gered en toch zijn we bang dat we in de volgende zullen omkomen. De discipelen hebben nog niet geleerd de situatie naar Zijn macht af te meten in plaats van naar hun eigen macht. Ze spreken Hem over de situatie aan op een manier die veronderstelt dat Hij niet zou weten dat er in een woestijn geen bronnen zijn. Ze zullen meemaken dat Hij een handvol koren tot een overvloedige oogst maakt (Ps 72:16).

De Heer vraagt hun naar hun voorraad broden. Ze weten hoeveel ze bij zich hebben. Hij vraagt ook ons hoeveel we hebben. We kunnen antwoorden dat we wel iets weten van Hem als het brood van het leven, maar dat we daarmee niet kunnen voorzien in de nood van anderen. Voor Hem is het echter altijd genoeg als we het aan Hem geven. We kunnen dit ook toepassen op ons geld en onze capaciteiten. Als we het aan Hem geven, kan Hij er iets van maken waarmee we anderen kunnen dienen.

Voordat Hij voedsel geeft, beveelt Hij de menigte op de grond te gaan zitten. Voedsel dat Hij geeft, moet in rust gegeten kunnen worden. Zo zittend zullen de ogen van allen ook op Hem gericht zijn geweest (Ps 145:13-16). Vaak is Hij bij anderen te gast geweest, soms welkom, soms onwelkom, maar hier is Hij de Gastheer. Zo neemt Hij de zeven broden en dankt ervoor. Hij brengt ze in verbinding met de volheid van de hemel. Vervolgens breekt Hij de broden, waardoor ze worden vermenigvuldigd en geeft ze aan Zijn discipelen.

De discipelen mogen ze aan de menigte voorzetten als een rijk gevulde tafel. Er is geen gebrek. Er is niet alleen brood, er is ook vis. Nadat de Heer ook voor de vis de lofprijzing heeft uitgesproken, mogen de discipelen deze ook aan de menigte voorzetten. Het resultaat is dat allen te eten krijgen. Ze kunnen eten tot ze verzadigd zijn. Er is zelfs zoveel, dat er zeven manden vol met brokken overblijven.

Het voornaamste doel van de herhaling van dit wonder is om de onvermoeibare tussenkomst van Gods volmaakte macht in liefde voor te stellen. We zien dat in het gebruik van twee keer het getal zeven. Normaal laat een heerser zich dienen door zijn onderdanen, die hem voorzien van wat hij nodig heeft. Hier is een Heerser Die aan Zijn onderdanen voedsel geeft. Het getal vierduizend wijst op de algemeenheid van dit wonder. Vier is het getal van de aarde, zoals we zien aan de vier windrichtingen, de vier seizoenen die er zijn. Gods genade is er voor iedereen.

Nadat de Heer door dit wonder de menigte van voldoende voedsel heeft voorzien, stuurt Hij hen weg. Ze zullen onderweg niet bezweken zijn. Ook zullen ze stof genoeg hebben gehad om over te praten en erover na te denken Wie die wondere Persoon toch wel is Die hun zoveel onderwijs en eten heeft gegeven.

Copyright information for DutKingComments