Matthew 18:1

Worden als een kind

De Heer spreekt in dit hoofdstuk over twee onderwerpen die we ook in Mattheüs 16 vinden: het koninkrijk en de gemeente. Dit hoofdstuk sluit dan ook op Mattheüs 16 aan. We leren hier de praktische betekenis van het koninkrijk en van de gemeente.

De Heer heeft zojuist verklaard dat Zijn discipelen zonen van het koninkrijk zijn (Mt 17:26-27). Dat houdt hun gedachten blijkbaar nog bezig, want ze stellen Hem daar een vraag over. Terwijl het hun erom gaat wie de grootste is, maakt de Heer duidelijk dat in het koninkrijk alleen het kleine telt.

Het eerste kenmerk dat past bij het koninkrijk, is dat van een kind. Kinderen zijn zwak en onbekwaam om hun rechten te handhaven tegenover een wereld die hen over het hoofd ziet, voor wie zij niet in tel zijn. Bij kinderen zien we de geest van afhankelijkheid en nederigheid. De Heer roept een kind bij Zich. Het kind komt zonder enige vrees bij Hem en de mannen die bij Hem zijn. Het ziet alleen de Heer. Hij plaatst het kind in het midden van de mannen. Hij wil dat ze dit kind allemaal goed zien.

Als het kind daar zo in hun midden staat en ze kijken naar hem, horen ze de stem van hun Meester Die zegt dat ze moeten veranderen en worden als de kinderen. Veranderen ze niet en worden ze niet als de kinderen, dan is het zeker dat ze het koninkrijk der hemelen niet zullen binnengaan. Tijdens de afwezigheid van hun verworpen Heer is de geest die kinderen kenmerkt de geest die Zijn volgelingen past.

Worden als een kind heeft naar de beoordeling van de Heer gevolgen voor de positie in het koninkrijk. Het grote voorbeeld van vernedering is Hijzelf. We lezen van Hem dat Hij Zichzelf heeft vernederd (Fp 2:8). Hij is de grootste in het koninkrijk der hemelen. Met het voorbeeld van het kind voor ogen zegt Hij tegen Zijn discipelen dat zij allemaal hun best moeten doen om de grootste te zijn. Er kan er maar één de grootste zijn.

Het is ermee als met wat Paulus zegt over het behalen van een prijs in een wedstrijd. De prijs kan maar door één deelnemer aan de wedstrijd in ontvangst worden genomen: de winnaar. Waar het Paulus bij het gebruik van die vergelijking om te doen is, horen we in zijn aansporing. Hij zegt dat ieder zó moet lopen, dat hij de prijs verkrijgt (1Ko 9:24).

Er is bij het worden als een kind nog meer aan verbonden dan alleen een positie in het koninkrijk. De Heer zegt dat wie één zo’n kind ontvangt in Zijn Naam, Hem ontvangt. Dit betekent dat Hij Zich met volgelingen vereenzelvigt die de gezindheid van een kind openbaren, want dat is Zijn gezindheid. Hij komt niet op voor Zijn rechten en is niet in tel. Hij is afhankelijk en nederig.

Copyright information for DutKingComments