Numbers 4:15

Wat de Kahathieten moeten dragen

We zien hier nog eens dat God een scherpe scheiding vaststelt tussen de dienst van de priesters en die van de Levieten. De Levieten mogen op straffe van de dood niets van het heilige aanraken. Alleen de priesters mogen “dat heilige” aanraken. Als toepassing kan worden gezegd dat niemand moet menen dat hij op grond van zijn gave zich mag bezighouden met de hemelse dingen, terwijl anderen dat recht niet zouden hebben. Wie dat meent, matigt zich iets aan wat niet van God komt. Door deze dwaling is het verwerpelijke onderscheid tussen geestelijken en leken ontstaan.

Het bezig zijn met de heilige dingen is het voorrecht van ieder kind van God. Het uitleggen van de waarheden van Gods Woord is een andere zaak. Dan maakt God gebruik van gaven die Hijzelf door Zijn Geest heeft gegeven.

Copyright information for DutKingComments