Obadiah 5-6

Dieven, verwoesters en druivenplukkers

Om de totale uitplundering van Edom aanschouwelijk voor te stellen worden twee gevallen voorgesteld waarbij nog iets wordt overgelaten. Als Edom uitgeplunderd wordt, zal er niets overblijven. Het eerste geval gaat over een diefstal en beroving. “Dieven” zijn mensen die stiekem de eigendommen van anderen wegnemen. “Nachtelijke verwoesters” doen hetzelfde, maar dan met geweld. Zulke mensen nemen mee wat ze kunnen gebruiken. De andere spullen laten ze liggen.

Onder misdadigers komt het ook voor dat een soort erecode wordt gehanteerd. Ze zien er geen been in om mensen te benadelen, maar soms zullen ze daarbij toch een bepaalde grens niet overschrijden. Waar die grens ligt, wordt natuurlijk bepaald door hun eigen verdorven geweten. Hoe het ook zij, de handelwijze van deze kwalijke lieden wordt aan Edom tot voorbeeld gesteld. Bij Edom is helemaal geen grens aan hun verdorven handelen. Wat ze ook maar kunnen stelen, nemen ze mee, of ze het nu kunnen gebruiken of niet. Er is bij hen geen enkel respect voor het bezit van de ander. Daarom zullen zij ook zelf geheel en zonder pardon worden “uitgeroeid”.

Het tweede geval gaat over eerbare mensen als “druivenplukkers”. Zij laten een nalezing over. Godvrezende mensen doen dat bewust, omdat God dat bevolen heeft (Lv 19:10; Dt 24:21). Goddeloze mensen doen dat onbewust, omdat er druiven zijn die ze gewoon niet zien en die pas ontdekt worden tijdens een nauwkeurige nalezing. Een dergelijke slordigheid komt niet voor als de tijd voor de verdelging van Edom is aangebroken. Zij die hem beroven, zullen niets van hem overlaten.

Verborgen schatten opgespoord

Tot in alle schuilhoeken speuren de vijanden van Edom naar iets wat nog kan worden meegenomen; niets wordt over het hoofd gezien (Jr 49:10). Alles waaraan Edom enige waarde hecht, wordt opgespoord. Petra, de hoofdstad van Edom, is een grote opslagplaats van Syrisch-Arabische koopwaar, waar veel schatten opgestapeld en verborgen liggen. De vijanden speuren naar die verborgen schatten vanwege de waarde ervan. Ze speuren er ook naar omdat met het verlies van deze rijkdommen de welstand en macht van Edom vernietigd zullen zijn.

Heel wat mensen stellen hun vertrouwen op hun schatten en hun weelde. Ze voelen zich er veilig en onafhankelijk door. Tegelijk is er de angst ze kwijt te raken. En terecht. Juist hun schatten trekken rovers aan in plaats van hen af te schrikken. Rijkdom biedt geen veiligheid, maar onzekerheid.

Paulus zegt tegen Timotheüs dat hij de rijken moet waarschuwen “hun hoop niet gevestigd te hebben op [de] onzekerheid van [de] rijkdom, maar op God” (1Tm 6:17; Sp 23:4-5). Wie schatten op aarde verzamelt, loopt groot gevaar dat ze een keer door dieven worden geroofd, hoe goed ze ook zijn opgeborgen. Dat is niet het geval met schatten in de hemel. Die kunnen niet worden geroofd (Mt 6:19-21).

Copyright information for DutKingComments