Obadiah 8

De wijzen vergaan

De woorden “spreekt de HEERE” geven het begin aan van een volgend gedeelte dat de Ob 1:8-9 omvat. In Ob 1:4 vormen deze woorden de afsluiting van het gedeelte van de Ob 1:2-4. In de Ob 1:8-9 spreekt God over de verwoesting van Edom die als een dreiging boven dit volk hangt. Deze verwoesting neemt Hij Zelf ter hand. Het tijdstip waarop Hij het oordeel zal voltrekken, is “op die dag”. Zoals zo vaak in de taal van de profeten wordt daarmee gedoeld op de tijd dat God openlijk het wereldgebeuren zal binnentreden om al Zijn voorzeggingen te gaan vervullen. Voor de goddelozen betekent dat het oordeel, voor zijn verdrukte volk betekent het uitredding en behoudenis.

De Edomieten, en speciaal de stam van de Themanieten (Am 1:12; Hk 3:3), staan bekend om hun wijzen (Jr 49:7; Jb 2:11; Jb 4:1). Die wijsheid zal hun geen redding brengen. In het vorige vers staat al dat hun wijsheid hen in de steek laat tegenover hun bondgenoten en vrienden. Hier worden de wijzen zelf door de HEERE uit Edom weggedaan.

Stap voor stap wordt Edom elke hulpbron ontnomen die zij menen te hebben. Na een tevergeefs vertrouwen op hun rotsen, rijkdom en bondgenoten, raken ze nu ook hun wijzen en daarmee hun inzicht kwijt.

Copyright information for DutKingComments