Proverbs 29:24

Wie met een dief deelt, haat zijn ziel

“Wie met een dief deelt”, is diens handlanger. Wie met een dief in zee gaat, “haat zijn ziel”. Het haten van zichzelf is het tegenovergestelde van het liefhebben van zichzelf. Hij bevindt zich in een situatie waardoor zijn leven wordt geruïneerd. Als de dief en hij worden gegrepen, moet hij getuigen tegen de dief en tegen zichzelf. De rechter verhoort hem onder ede, wat hij aangeeft door een vervloeking uit te spreken (Lv 5:1).

Maar de handlanger zwijgt, want hij is bang voor de wraak van de dief en hij is ook bang voor een veroordeling door de rechter. Daarom maakt hij het niet bekend, hij getuigt niet, maar zwijgt. Dat maakt hem schuldig aan twee zonden: zijn hulp aan de dief en zijn weigering om te getuigen.

Wie bevriend is met criminelen, kan gemakkelijk in de verleiding komen om mee te doen, zonder de hoofdverantwoordelijkheid te dragen. Meegaan met criminelen en delen in hun buit betekent dat je een hekel hebt aan je leven. Je riskeert je leven voor een beetje afleiding, spanning, bezit. Dan ben je wel heel dom en kortzichtig bezig.

Copyright information for DutKingComments