‏ Psalms 51:6

Nederlandse verzen (5-8)

Belijdenis en berouw

David kent zijn overtredingen (Ps 51:5). Het besef daarvan is noodzakelijk wil God Zijn werk van herstel kunnen doen. Er moet volledige openheid over zijn. Zijn zonde staat hem, sinds Nathan die voor hem heeft ontdekt, voortdurend voor ogen. Dat is geen aangename toestand, maar wel bijzonder heilzaam. Pas als God Nathan naar hem toe stuurt, komt hij tot volle en oprechte belijdenis. Deze psalm is daarvan het bewijs.

Hoewel David tegen zijn naaste heeft gezondigd, belijdt hij dat hij tegen God, ja, tegen God alleen heeft gezondigd (Ps 51:6; 2Sm 12:13a). Het gaat er bij een zonde in de eerste plaats om dat het kwaad is in Gods ogen. Gód is oneer aangedaan. Elke zonde tegen een naaste is eerst en vooral een zonde tegen God. Als dit besef niet bovenaan staat, zal er van een grondige belijdenis geen sprake zijn. Dan is er alleen spijt en dat vooral over de gevolgen, maar geen berouw over de daad.

God is absoluut rechtvaardig. Als wij erkennen dat wij tegen Hem hebben gezondigd en hebben gedaan wat kwaad is in Zijn ogen, erkennen we dat Hij rechtvaardig is in Zijn rechtspraak over de zonde. Het woord ‘belijdenis’ betekent ‘hetzelfde zeggen'. Een zonde belijden is een zonde zien zoals God die ziet en daarover hetzelfde zeggen als Hij zegt. Dat heeft David gedaan toen Nathan hem namens God met zijn zonde confronteerde. Hij gaf God gelijk in Zijn oordeel over de zonde die hij heeft begaan. Paulus haalt dit vers aan in de brief aan de Romeinen, de brief waarin hij uiteenzet wat de gerechtigheid van God is (Rm 3:4).

God bepaalt wat zonde is. Zonde is alles wat wordt gedaan zonder de erkenning van Zijn recht op ons leven. De mens is geschapen met het doel om zijn Schepper te verheerlijken. Dat doel mist hij door zijn leven als zondaar (Rm 3:23). In Zijn wet zegt Hij wat de mens moet doen en wat Hij zal doen als de mens de wet overtreedt. Als God oordeelt omdat Zijn wet is overtreden, bewijst Hij dat Hij rein is. Hij is “te rein van ogen om het kwade aan te zien” (Hk 1:13a). Pas als een mens erkent dat God rechtvaardig en rein is, kan God die mens rechtvaardig en rein verklaren.

David daalt nog dieper af in het probleem van de zonde. Hij erkent dat hij “in ongerechtigheid geboren” is en “in zonde” door zijn moeder is “ontvangen” (Ps 51:7). Dit is geen afschuiven van zijn schuld, maar de erkenning dat hij een zondaar is tot in het diepst van zijn wezen. Hij spreekt niet alleen over zijn zonden als daden, maar over de zonde die in hem is als de bron van de daden, over de zondige natuur die ieder mens heeft (vgl. Rm 7:18a).

We noemen dat wel ‘de erfzonde’, die ieder mens sinds de in zonde gevallen Adam heeft. We zijn niet zondaar omdat we zondigen, we zondigen omdat we zondaar zijn. Het onderwijs hierover wordt in de brief aan de Romeinen gegeven. Het is aan te bevelen die brief regelmatig te lezen. Het verschil zien tussen de zonde als daad en de zonde als bron is van fundamenteel belang wil er sprake zijn van een diepgaande belijdenis. Deze uitspraak van David is een zeldzame en tegelijk duidelijke uitspraak over de erfzonde in het Oude Testament (vgl. Jb 14:4; Jb 15:14; Jb 25:4; Ps 58:4).

David heeft een diep inzicht in wat God zoekt en waardeert (Ps 51:8). Hij weet dat God “vreugde in waarheid in het binnenste” vindt. Het binnenste is het innerlijk, de ziel of het hart (vgl. Jb 38:36). Hij heeft in zijn gevoelens ervaren dat God in zijn innerlijk geen vreugde had en die ervoer hij ook niet, toen hij zijn zonden in zijn binnenste verborg. De vreugde is het resultaat van Gods werk. Hij schept de vreugde (Js 65:17-18). De waarheid waarin Hij vreugde vindt, is de erkenning van de zonde voor Hem en de aanvaarding van Zijn oordeel daarover zonder enig voorbehoud.

Is in de zondaar die waarheid aanwezig als een diepe overtuiging, dan maakt God “in het verborgene … wijsheid bekend”. Er is ruimte in het innerlijk gekomen door belijdenis en nu kan God daarin Zijn wijsheid bekendmaken. Daardoor kan de herstelde gelovige juiste beslissingen nemen in de keus waarvoor hij telkens wordt gesteld: de keus tussen goed en kwaad.

Copyright information for DutKingComments