Psalms 59:17

Nederlandse verzen (17-18)

Lofprijzing

De woorden “ik echter” staan tegenover de valse hoop van de ‘honden’ van het vorige vers. Het wachten op God van David is niet tevergeefs. Hij zal van Gods macht zingen omdat God Zijn macht heeft getoond en hem heeft bevrijd (Ps 59:17). ‘Macht’ is, net als in Ps 59:10, letterlijk ‘sterkte’. De sterkte is echter bij God te vinden en niet bij de vijanden, die in Ps 59:4 de ‘sterken’ worden genoemd. De nacht, die vol is van grommende honden die uit zijn op zijn bloed en menen hem ‘s morgens te zullen grijpen, heeft zijn verschrikking voor David verloren.

Hij is ‘s morgens niet bang. Integendeel, hij zal over Gods macht zingen. “Ik echter”, zo zegt hij, “zal ‘s morgens", bij de dageraad van de verlossing, “vrolijk zingen van Uw goedertierenheid”. Zijn vijanden hadden hem in de nacht willen doden, maar druipen met de staart tussen de poten af, terwijl David de daaropvolgende morgen vrolijk over Gods goedertierenheid zingt. Hij ziet dat God voor hem “een veilige vesting geweest” is en prijst daarvoor Gods goedertierenheid. Hij is onder de indruk van de volheid van Gods goedheid voor hem.

David spreekt hier voor de derde keer over ‘een veilige vesting’. Hij heeft eerst aan God gevraagd om hem met het oog op zijn nood in een veilige vesting te zetten (Ps 59:2). Nadat hij zijn nood bij God heeft gebracht, zegt hij dat God zijn veilige vesting is (Ps 59:10). Nu hij in het geloof achteromkijkt, getuigt hij er in zijn lied van dat God een veilige vesting is geweest (Ps 59:17).

David heeft ervaren dat God die veilige vesting voor hem is geweest omdat hij tot Hem de toevlucht heeft genomen. God is “een toevlucht” geweest in de dagen dat angst hem benauwde. We kunnen wel weten dat God een veilige vesting is, maar we zullen dat pas ervaren als wij in onze benauwdheden en moeiten de toevlucht tot Hem nemen.

David weet dat hij niet door eigen inspanning of slimheid uit de benauwdheid is gekomen. Hij is wel geholpen door zijn vrouw Michal (1Sm 19:11b-12), maar zij heeft ook alleen maar zo kunnen handelen omdat God David wilde redden. Het is allemaal te danken aan God Die hij “mijn kracht” noemt (Ps 59:18).

Zijn vijanden zijn veel te machtig voor hem, maar niet voor God. God is zijn kracht en Hem zal hij psalmen zingen. Omdat God zijn kracht is, is God zijn veilige vesting. Hij heeft alles alleen aan Gods bescherming te danken. En God heeft hem beschermd omdat Hij hem liefheeft. Dat is David zich vol dankbaarheid ook bewust. Daarom spreekt hij opnieuw over God als “mijn goedertieren God” (Ps 59:11; 18).

Het is voor ons een voorbeeld als wij in grote nood en benauwdheid zijn. We mogen dan de toevlucht nemen tot God en bij Hem bescherming en veiligheid zoeken. Hij ontvangt ons graag, want Hij heeft ons lief. Hij beschermt ons met Zijn kracht, maar doet dat met in Zijn hart die gevoelens van goedertierenheid voor ons. Hij is vol goedheid voor ons. Dat ervaren in het bijzonder als wij in onze nood de toevlucht nemen tot Hem. Welke middelen Hij ook gebruikt om ons uit de nood te redden, de redding is uiteindelijk van Hem afkomstig. Daarom willen wij Hem eren.

Zo eindigt David de psalm met een lofprijzing op Gods “macht” (Ps 59:17) en Gods “kracht” (Ps 59:18). In het Hebreeuws is het hetzelfde woord. In Ps 59:17 spreekt David over “Uw sterkte”, dat is de sterkte van God; in Ps 59:18 zegt David “U, mijn sterkte”. God is met Zijn sterkte zijn God.

David zingt niet alleen van en over God (Ps 59:17), maar ook tot God (Ps 59:18). We mogen Gods macht over alle dingen verkondigen aan de hele schepping, aan de zichtbare en de onzichtbare wereld. We mogen ook Gods Zelf prijzen voor de kracht die Hij ten gunste van de Zijnen heeft getoond.

Copyright information for DutKingComments