Psalms 69:21
Nederlandse verzen (20-22)Gebroken en verzwakt
De psalmist doet een beroep op Gods alwetendheid, “Ú kent” en “zijn U bekend” (Ps 69:20; vgl. Hb 4:13). Daardoor is God ook bekend met de boze daden van zijn vijanden. Zijn vijanden vervolgen hem, benauwen hem, en veroorzaken al die smaad, schaamte en schande bij hem. Dit geldt ook weer in bijzondere mate voor de Heer Jezus. God weet dat Zijn opkomen voor de eer van God de oorzaak van al dit leed is. God weet ook precies wie het zijn die Hem benauwen door Hem vals te beschuldigen en Hem te bespotten. Dit geeft Hem rust in Zijn verhouding tot God. Hij kan het overgeven aan Hem Die rechtvaardig oordeelt (1Pt 2:23). Dat neemt niet weg dat alles wat mensen Hem hebben aangedaan, Zijn hart heeft gebroken en Hem zeer heeft verzwakt (Ps 69:21). Hij is niet ongevoelig voor wat mensen Hem aandoen. Hij is ook niet ongevoelig voor wat mensen nalaten Hem te geven. Zo heeft Hij gewacht “op medeleven” en “op troosters”. Zijn conclusie is aangrijpend: het medeleven “is er niet” en de troosters heeft Hij “niet gevonden”. Het is er niet bij Zijn vijanden, maar ook niet bij Zijn discipelen. Als Hij bij de instelling van het avondmaal over Zijn aanstaande lijden spreekt, maken zij er ruzie over wie van hen de meeste is (Lk 22:19-24). In Gethsémané is Hij in zware strijd over het werk dat voor Hem ligt. Hij heeft aan de drie discipelen die bij Hem zijn gevraagd met Hem te waken. Maar zij vallen in slaap (Mt 26:37-40). Wat een diepe teleurstelling voor Hem! Toen de Herder geslagen werd, zijn de schapen verstrooid geworden (Zc 13:7; Mt 26:31).Zijn vijanden hebben Hem wat anders gegeven (Ps 69:22; Mt 27:34; 48). Bittere gal – Hebreeuws: gif – als voedsel aan iemand geven is wel een heel gemene manier om iemands honger te stillen. Hetzelfde geldt voor het geven van zure wijn aan iemand die versmacht van dorst. Zo hebben ze in plaats van het bieden van medeleven en troost, een soort eten en drinken aangeboden die Zijn lijden hebben vergroot. Dit is wat wij noemen sadisme: plezier hebben aan of genoegen beleven aan het opzettelijk pijn doen of vernederen van een ander. De Heer is niets bespaard gebleven.
Copyright information for
DutKingComments