‏ Psalms 98:8

Juich voor de Rechter

Omdat de Schepper-Koning regeert, worden de zee en de wereld van de volken opgeroepen om zich bij het koor van de juichende menigte aan te sluiten (Ps 98:7). “De zee en al wat zij bevat” is de zee van de volken. Het is synoniem met de tweede helft van het vers “de wereld met wie haar bewoont” (vgl. Ps 96:11b). De volkenzee, eens opgezweept en onrustig, die slijk en modder voortbracht (Js 57:20), gaat nu in de handen klappen voor het aangezicht van de HEERE, Die gekomen is. Er komt een uitbarsting van vreugde. “De zee” moet “bulderen met al wat ze bevat”. De zee, die altijd machtig en ontembaar is geweest, voegt zich met alles wat ze bevat met haar bulderende stem bij het koor dat juicht voor de Koning.

De uitlopers van de zee, de rivieren, die de wereld doorkruisen, en de bergen, die boven de wereld uitsteken, worden opgeroepen zich op luide en blijde toon te uiten (Ps 98:8; vgl. Js 55:12). De vreugde-uitingen vullen de schepping die is vrijgemaakt van het zuchten dat door de zonde is veroorzaakt (Rm 8:19-22). De schepping schept adem, ze komt tot rust en tot het doel waarvoor God haar heeft geschapen: het eren van Hem.

Waarom moet de hele wereld juichen en vrolijk zijn “voor het aangezicht van de HEERE” (Ps 98:9)? Omdat Hij komt om de wereld in gerechtigheid te oordelen. Dat betekent dat alle kwaad door Hem op rechtvaardige wijze wordt verwijderd en dat Hij vervolgens op rechtvaardige wijze regeert (Js 11:3-5). Hier hunkert de gelovige en met hem de hele schepping naar.

Copyright information for DutKingComments