Romans 8:1-4
Wandelen naar de Geest
Rm 8:1. Na de worsteling om uit het moeras van Romeinen 7 te komen heb je nu vaste grond onder je voeten gekregen. Je vastheid ligt in Christus. En “voor hen die in Christus zijn”, is er “geen veroordeling”. Is dat even een opluchting! Zo ziet God je en daarom mag jij jezelf ook zo zien. Elke angst voor het oordeel is weg, want Christus heeft het oordeel gedragen en is uit de dood opgestaan. Rm 8:2. Als je in je geloofsbeleving zover gekomen bent dat je niet meer op jezelf gericht bent, maar op de Heer Jezus, zul je gaan ontdekken dat de Heilige Geest in je aan het werk kan gaan. De Heilige Geest wordt hier “de Geest van het leven” genoemd. De Heilige Geest bewerkt niet de dood, maar het leven. Zo was Hij werkzaam in het leven van Christus Jezus. Overal waar de Heer Jezus kwam, bracht Hij leven. Toen de Heer Jezus Zelf gestorven was, stond Hij op uit de dood in de kracht van de Geest van het leven. Op precies dezelfde manier ben jij door deze Geest van het leven verlost uit de macht van de zonde en de dood. Rm 8:3. Je weet nog wel dat de wet het leven belooft aan iedereen die de wet houdt. Maar niemand kan de wet houden. Niet omdat de wet niet goed is, maar omdat er geen kracht in het vlees is om die te houden. Ik heb wel eens de volgende vergelijking gelezen die dit duidelijk kan maken. Stel je eens een kundige houtsnijwerker voor, die uit een stuk hout de schitterendste figuren kan maken. Hij beschikt ook over het beste gereedschap. Geef die man nu eens een stuk vermolmd hout. Daar kan hij niets mee beginnen. Aan hem ligt het niet, hij is kundig genoeg. Het ligt ook niet aan zijn gereedschap, dat is van de beste soort. Waar ligt het dan aan? Inderdaad, aan dat stuk hout. Nou, zo is het ook met de wet en ons. Aan God ligt het niet, Hij is volmaakt ‘kundig’. Het ligt ook niet aan de wet, die is ‘heilig, rechtvaardig en goed’, zoals we zagen in het vorige hoofdstuk. Het ligt aan ons dat de wet niet tot zijn recht komt. Het is door ons vlees dat de wet krachteloos is. Het geweldige is nu dat God ons niet heeft laten voortmodderen. Toen het duidelijk was geworden dat het voor de wet onmogelijk was iemand, wie dan ook, vrij te maken van de zonde en de dood, ging God aan het werk. Hij zond Zijn eigen Zoon als Mens in deze wereld. Op het kruis van Golgotha heeft God in Zijn Zoon de zonde veroordeeld. Je moet wel goed in de gaten houden dat wat hier in Rm 8:3 staat over “gelijk aan [het] vlees van [de] zonde”, wil zeggen dat de Heer Jezus Mens is geworden. Het gaat in dit vers niet over het zondige vlees, maar over het vlees van ons lichaam. Hij is aan ons mensen gelijk geworden, maar let op: met uitzondering van de zonde (Hb 4:15). Hij heeft niet deelgenomen aan het zondige vlees dat wij als mensen van nature vanaf onze geboorte bezitten omdat wij uit zondige ouders geboren zijn. Het ‘gelijk worden’ aan ons ziet op Zijn uiterlijke verschijning, waarbij Hij in niets van ons te onderscheiden was. Alleen toen de Heer Jezus aan het kruis hing en dan ook nog alleen tijdens de laatste drie uren, heeft God de zonde in het vlees geoordeeld. Hij heeft er volkomen mee afgerekend en dat door en door slechte voor eeuwig weggedaan. Rm 8:4. De nieuwe krachtbron die vanaf nu in je leven wil werken, is de Heilige Geest. Als je je door Hem laat leiden, zul je ook de rechtvaardige eis van de wet vervullen. Nu zul je misschien denken: ‘Ben ik dan toch nog aan de wet onderworpen?’ Nee, zeker niet. Maar denk je dat de Heilige Geest je iets zal laten doen wat tegen de wet ingaat? Natuurlijk niet. Daarom, als jij je door de Geest laat leiden, zul je, om zo te zeggen, automatisch doen wat de wet zegt. Dat betekent niet dat het vervullen van de wet het doel is van het wandelen naar de Geest. Wandelen naar de Geest wil veel meer zeggen. Het wil zeggen dat je de Geest de ruimte geeft in je leven en dat Hij je denken vult. Rm 8:5-6. Waar jij je door laat leiden, komt tot uiting in je manier van denken. Waar richt jij je gedachten op? Waar verlang je naar? Je bent bekeerd. Je hebt nieuw leven. Je hebt de Heilige Geest ontvangen. Ondanks de strijd die je nog wel eens zult hebben, richt je je nu toch op totaal andere dingen dan vóór je bekering. Toen bedacht je vleselijke dingen, je leven was op jezelf gericht. Wat was het resultaat daarvan? Niets anders dan de dood. Nu bedenk je geestelijke dingen, je leven is op God gericht. Wat is daar het resultaat van? Leven en vrede! Het echte, het ware leven heb je innerlijk ontvangen en komt naar buiten en wordt zichtbaar in je manier van leven. Je bekijkt de dingen om je heen anders dan je altijd gedaan hebt. Het leven heeft nu pas inhoud gekregen. Je kent God en je kent Christus. Er is ook vrede in je hart omdat alles met God in orde is. Lees de eerste verzen van Romeinen 5 nog maar eens (Rm 5:1-2). Die vrede zul je steeds dieper beleven als je je in alle dingen van je leven overgeeft aan God, dat wil zeggen dat je op Hem gericht blijft. Rm 8:7. Met het vlees is dat totaal anders. In het vlees is geen enkel verlangen aanwezig naar leven en vrede. Integendeel, wat het ook maar kan bedenken, het is altijd vijandschap tegen God. Het vlees is onverbeterlijk slecht. Het wil en kan zich niet aan Gods wet onderwerpen. Houd steeds goed in de gaten wat hier allemaal als kenmerkend voor het vlees wordt opgesomd en wat kenmerkend is voor de Geest. Dan zul je al gauw herkennen of een bepaald verlangen uit het vlees voortkomt of uit het nieuwe leven. Lees nog eens Romeinen 8:1-7. Verwerking: Wat is het verschil tussen wandelen naar het vlees en wandelen naar de Geest?
Copyright information for
DutKingComments