1 Samuel 15:9-11

Saul spaart Agag en het beste vee

De gehoorzaamheid van Saul is niet volkomen. Hij doodt al het volk van Amalek, maar hun koning spaart hij. Het volk is ook ongehoorzaam, maar Saul wordt als eerste genoemd in het niet volledig uitvoeren van Gods bevel. Hij bevestigt de ernstige waarheid van Romeinen 8 (Rm 8:7-8).

Het beste wordt gespaard. Daarmee willen Saul en het volk niet afrekenen. Het is een kwestie van hun wil. Het is een beeld van een mens in het vlees die wel wil afrekenen met de ergste uitwassen, maar alles spaart wat de schijn heeft goed te zijn. Dat is een ontkenning van de verdorvenheid van het vlees in zichzelf en ongehoorzaamheid aan het Woord van God.

Niemand zal dronkenschap of hoererij leerstellig goedpraten. Maar zodra het gaat om godsdienstige rituelen en wettisch formalisme of een ongelijk juk met een ongelovige in het werk van de Heer, praat men anders. Dat kan allemaal worden gespaard, onder het voorwendsel dat het kan worden toegewijd aan de dienst van de Heer.

De zonde van Saul en van ieder die zo met deze dingen omgaat, is het geven van een eigen interpretatie aan wat God heeft gezegd. Dat soort interpretaties wordt altijd gegeven met het oog op eigen wensen en de wensen van het volk van God, terwijl wordt voorbijgegaan aan Gods uitdrukkelijke bevel.

Het berouw van de HEERE

Dan komt het woord van de HEERE tot Samuel. De HEERE vertelt Samuel van de ongehoorzaamheid van Saul en wat daarvan het gevolg is. Hij besluit tot Sauls verwerping en maakt dat aan Samuel bekend. De HEERE zegt dat Hij er berouw over heeft dat Hij Saul tot koning heeft aangesteld.

Als God ergens berouw over heeft, is dat niet omdat Hij terug moet komen op een door Hem genomen verkeerde beslissing. Berouw in God is niet wat het in ons is. In ons is het een verandering van zin en wil, maar bij Hem is het een verandering in Zijn methode. Hij verandert niet Zijn wil, maar Hij wil een verandering. Zijn berouw is niet het gevolg van een daad van Hemzelf, maar van de daden van de mens. Het berouw van God laat zien dat Hij diep bedroefd is over wat de mens heeft gedaan met wat Hij hem heeft gegeven, niet over wat Hij gedaan heeft. Nooit hoeft Hij iets te herroepen (1Sm 15:29). Hoewel God alles van tevoren weet, ook het kwaad dat zal gebeuren, is Hij vol droefheid als dat kwaad gebeurt.

De reactie van Samuel op wat de HEERE hem meedeelt, laat zien dat hij een ware man Gods is. Hij wordt boos op Saul en tegelijk roept hij de hele nacht tot God voor deze ene man. Toorn en droefheid kunnen samengaan, zoals we dat lezen van de Heer Jezus (Mk 3:5a). Er is toorn over de zonde en droefheid over de zondaar. Samuel is de grote bidder die heeft gezegd niet te zullen ophouden met voor het volk te bidden (1Sm 12:23). Zijn roepen tot God geeft een diepe innerlijke betrokkenheid en een grote gemoedsbeweging aan.

Copyright information for DutKingComments