2 Kings 6:18-23

Open en gesloten ogen

De knecht van Elisa raakt onder de indruk van de macht van de vijand. Dat komt omdat hij niet goed kan zien. Hij wordt bang omdat hij het onzienlijke niet ziet. Hij kijkt alleen met zijn natuurlijke ogen en rekent alleen met zichtbare machten.

Elisa ziet wel goed. Hij hoeft niet te bidden of zijn eigen ogen geopend zullen worden. Wat we met onze ogen zien, is niet betrouwbaarder dan wat we met de ogen van ons hart zien. Zo ziet de Heer Jezus de vele engelen die Hem ter beschikking staan als een menigte mensen Hem gevangen komt nemen (Mt 26:53). Het geloof weet: “De engel van de HEERE legert zich rondom hen die Hem vrezen, en redt hen” (Ps 34:8). Jakob ziet ook een legermacht van engelen als hij op weg is om Ezau te ontmoeten (Gn 32:1-2).

Op het gebed van Elisa gaan de ogen van de knecht open. De knecht ziet wat Elisa heeft gezien toen Elia naar de hemel ging (2Kn 2:11). De kracht van God die Elia naar de hemel heeft gebracht, staat ons ter beschikking tegenover de vijand. Het is de kracht die ons uittilt boven het aardse toneel van dreiging en gevaar en ons in de geest brengt op het terrein van volkomen veiligheid, onbereikbaar en daardoor onaantastbaar voor de vijand.

Als de vijanden op hem afkomen, bidt Elisa een nieuw gebed, nu niet om ogen te openen, maar om ogen te sluiten (vgl. Gn 19:11). Dit is een fysieke blindheid, een letterlijke blindheid. Het resultaat van de dienst van de Heer Jezus is geestelijke blindheid. Hij is gekomen om geestelijk blinden ziende te maken en hen die menen te zien, blind te maken. Dat is geen letterlijke blindheid, maar een blindheid van het inzicht, van het begrijpen van de situatie.

De mannen lopen met open ogen, maar blind voor waar ze zich bevinden, achter Elisa aan. Zo brengt hij de vijand in het hol van de leeuw. Dit loopt niet uit op hun verderf, maar op een bewijs van ongekende genade. Wanneer ze midden in Samaria zijn, bidt Elisa weer, nu weer om ogen te openen. Dan worden de vijanden zich van hun positie bewust. Ze ontdekken de macht van Elisa.

Genade voor vijanden

Wie ook open ogen heeft, is de koning van Israël. Alleen weet hij niets van genade. Dat bewijst dat hij ziende blind is. Dat blijkt uit zijn vraag aan Elisa of hij deze vijanden zal mogen doden. Het antwoord van Elisa is nuchter. Hij zegt tegen de koning dat hij hen toch ook niet zou hebben gedood als hij hen krijgsgevangen zou hebben gemaakt. Elisa staat niet eens toe dat de koning de gevangenen zonder meer naar hun heer laat terugkeren. Hij geeft hem de opdracht zijn vijanden goed te doen door hun eten en drinken voor te zetten. De HEERE beschermt eerst de koning van Israël en Elisa tegen de koning van Syrië en nu beschermt Hij de Syriërs tegen de koning van Israël.

Door deze handelwijze worden bij de vijand ‘vurige kolen’ op het hoofd gehoopt (Rm 12:20; Sp 25:21-22). Er wordt gehandeld naar het woord van de Heer Jezus: “U hebt gehoord dat gezegd is: U zult uw naaste liefhebben en uw vijand haten. Maar Ik zeg u: hebt uw vijanden lief” (Mt 5:43-44). Nadat de vijanden goed is gedaan, mogen ze terug naar hun heer. Het gevolg van de betoonde genade is dat ze (voorlopig) niet meer in het land Israël terugkomen om er oorlog tegen te voeren.

Copyright information for DutKingComments