‏ 2 Samuel 23:8-12

De eerste drie helden

Na de laatste woorden van David, die aangeven hoe God met hem heeft gehandeld en hoe God ook verder zal handelen, wordt onze aandacht nu nog op de helden van David gericht. Zij hebben hem gediend in de verwerving en bevestiging van het koningschap. Zij hebben pal gestaan voor het volk en het land waarover hij regeerde. David was Gods uitverkoren koning, het volk was Gods uitverkoren volk, het land was Gods uitverkoren land.

De helden van David worden in directe verbinding met het voorgaande genoemd. Het zijn er zevenendertig (2Sm 23:39). Drie van hen zijn hoofden (2Sm 23:8-17), twee anderen staan daar net onder (2Sm 23:18-23). Van de overige tweeëndertig worden alleen de namen genoemd (2Sm 23:24-39).

De helden hebben allerlei daden verricht. Sommige van die daden hebben lang geleden plaatsgevonden. Ze zijn echter niet vergeten. Zo vergeet God niets van wat de Zijnen voor Zijn Zoon hebben gedaan. Hij zal alles belonen tijdens de regering van de Messias. Voor de rechterstoel zullen alle daden worden vergolden, zowel de goede als de verkeerde (2Ko 5:10). Hier gaat het om de goede.

Onder David en ook onder Salomo krijgen deze helden een hoge plaats. Toen David nog de verworpene was, hebben zij hem ter zijde gestaan. Zo staan wij nu aan de kant van de verworpen Christus (vgl. Lk 22:28).

De drie grootste helden in de 2Sm 23:8-12 – Isboseth, Eleazar en Samma – kennen we niet uit de geschiedenis. Van hen horen we pas hier. Toch worden zij de grootste helden genoemd. Zo zal het ook voor de rechterstoel zijn. De grootste helden zullen degenen zijn die wij mogelijk helemaal niet hebben gekend, die onopvallend voor de Heer Jezus hebben gewerkt, maar met groot resultaat.

Hierna komt een groep van dertig helden. [Het getal ‘dertig’ moet waarschijnlijk worden gezien als de aanduiding van een groep, omdat het om meer dan dertig helden gaat.] Van de dertig onderscheiden zich weer twee helden van wie de daden worden genoemd.

De eerste held, Isboseth, heeft bij één gelegenheid achthonderd man gedood. Wat voor vijanden het waren, wordt niet vermeld. De volgende twee zijn helden die een slachting onder de Filistijnen hebben aangericht en door wie God een grote verlossing teweeg heeft gebracht. Het resultaat is dat het volk van de Filistijnen kan nemen wat zij hadden geroofd en dat een stuk land met zijn oogst behouden blijft voor het volk.

De Filistijnen zijn een beeld van de naamchristenen. Ze zijn ook vandaag de aartsvijanden van Gods volk dat zich in het land bevindt. Ook vandaag kan God nog door mensen die trouw zijn aan de Heer Jezus, de ware David, over alle menselijke elementen in de dienst aan God – waarvan de Filistijnen een beeld zijn – grote verlossingen geven. Persoonlijke trouw hierin heeft een gezegende uitwerking bij het hele volk.

Het gevaar is groot dat mensen het voedsel van Gods Woord van ons wegnemen. Dan is het geweldig als iemand het voedsel verdedigt. Het erfdeel en het voedsel blijven voor Gods volk bewaard.

Copyright information for DutKingComments