‏ 2 Samuel 5:4

David koning over heel Israël

Na zeven-en-een-half jaar wordt David koning over het hele volk. Zo lang heeft het nog geduurd. Al de tijd dat Saul over hen regeerde, hebben alle stammen geweten wie in werkelijkheid Israël aanvoerde. Hoewel ze het wisten, hebben ze toch nooit openlijk de kant van David gekozen. Er kan kennis zijn, maar als het geloof ontbreekt, doet men er niets mee.

Het hoofdstuk begint met het woord “toen”, dat wil zeggen na de gebeurtenissen die in het voorgaande hoofdstuk zijn beschreven. De tien stammen hebben gezien dat David onschuldig is aan de dood van Isboseth en dat hij de moordenaars heeft gestraft. Dan is het zover dat alle stammen van Israël er openlijk voor kunnen uitkomen dat zij zijn familie zijn. Ze kunnen dit zeggen omdat ze allen van Jakob afstammen (vgl. Ri 9:2).

Aan het eind van 2Sm 5:2 zien we een opmerkelijke volgorde. Er wordt eerst gesproken over “weiden” en daarna over “tot vorst zijn”. Dat betekent dat de eerste taak de zorg voor Gods volk is en dat daarna de regering komt. Eerst herder zijn, dan koning worden. Dat zien we ook bij de Heer Jezus. Hij is nu al de goede Herder en zal binnenkort openlijk Zijn koningschap aanvaarden.

Voor ons persoonlijk leven is hieruit te leren dat wij ons aan Zijn heerschappij over ons leven zullen onderwerpen, juist omdat Hij elke dag voor ons zorgt. Ook is hier het een en ander te leren voor de houding van de man ten opzichte van zijn vrouw en voor de houding van ouders ten opzichte van hun kinderen. Het is ook van belang voor het gezag in de gemeente van God.

Als God personen een plaats van gezag heeft gegeven, of dat nu is in de gemeente of in het gezin, kan dat gezag alleen goed worden uitgeoefend door hen die weten wat het is om te dienen, de minste te zijn en zorg te besteden aan medegelovigen. Zulke personen laten het beeld van de Heer Jezus zien. Onderdanigheid is heel wat gemakkelijker op te brengen ten opzichte van iemand die om je geeft, die met liefde voor je zorgt, dan ten opzichte van iemand die alleen maar de baas over je wil spelen en zijn positie van gezag op die manier misbruikt. Gezag staat bij God nooit los van zorg en liefde en dat is in en door de Heer Jezus volmaakt zichtbaar geworden.

Dan wordt David voor de derde keer tot koning gezalfd, nu over heel Israël. De eerste keer is hij gezalfd door Samuel te midden van zijn broers (1Sm 16:13a). De tweede keer is hij gezalfd door de mannen van Juda over het huis van Juda (2Sm 2:4a). Hier vindt de derde zalving van David plaats. Deze derde zalving spreekt van de komst van de Heer Jezus op aarde, wanneer Hij door het hele volk, dat zijn alle twaalf in het land teruggekeerde stammen, als Messias wordt aangenomen.

Copyright information for DutKingComments