Deuteronomy 32:1-2

Inleiding

Het boek heeft een prachtig slot. Het eindigt met een indrukwekkend lied en een grote zegen. Het lied mondt uit in een jubelzang, omdat God uiteindelijk boven bidden en denken herstel geeft. In dit lied, dat een leerlied is, leren we twee dingen die we al vaak zijn tegengekomen: wie we zelf zijn en Wie God is. We hebben het nodig dat steeds diepgaander te leren. Voor dit onderwijs zijn de vlakten in Moab aan het einde van de woestijnreis en vóór de grens van het land een ideaal lesterrein.

Mozes beschrijft in dit lied de hele geschiedenis van Israël inclusief de toekomst: zijn ontstaan, vorming en aanneming door de HEERE, zijn ondankbaarheid en afval, zijn overgave aan de heidenen, zijn hernieuwde aanneming door de HEERE en de uiteindelijke zegen en verheerlijking in het vrederijk.

Oproep om te horen

Hemel en aarde worden bij dit lied betrokken (vgl. Js 1:2a; Mi 1:2) omdat de leer die Mozes brengt het hele heelal aangaat. Het uiteindelijke resultaat zal aantonen dat de Heer Jezus zal regeren over alles wat in de hemel en op de aarde is (Ef 1:10). Dat is waar het lied naartoe werkt. Het is het terrein waar Zijn gerechtigheid openbaar zal worden.

Leer als regen

Het lied heeft het karakter van “regen”, “dauw”, “zachte regen” en “regendruppels”. Dat spreekt van verkwikking, bevruchten en leven. Het is Mozes’ verlangen dat dit de uitwerking van zijn lied op de harten van de Israëlieten zal zijn. Zijn leer komt eerst als druppels, druppel na druppel, heel geleidelijk. Het is voor oor en hart zacht en lieflijk als de dauw. Dan gaan de druppels over in een zachte regen, waarna ten slotte het water in stromen van regendruppels neer vloeit.

Het onderwijs van Gods Woord, de leer, is op velerlei wijzen een verkwikking, die wordt ervaren in het gehoor geven aan de vermaning. De Heer Jezus geeft meerdere leraren, die allen een eigen, kenmerkende manier hebben waarop zij onderwijs geven. Hij wil ze allen gebruiken tot verkwikking. Wat eerst geen verkwikking lijkt, zoals het wijzen op de ontrouw van de mens, wordt een verkwikking zodra de mens de vermaning erkent. Instemming met Gods waarheid over wie de mens is, verlicht het geweten direct en verkwikt de geest. Het is de regen van de hemel, de regen van zegen (Dt 11:11).

Copyright information for DutKingComments