Ezekiel 16:59

Belofte van herstel

Dan is hier plotseling sprake van een omkeer die de HEERE zal brengen (Ez 16:53). Hij zal een omkeer brengen in de situatie waarin Sodom en de naburige steden en Samaria en de steden eromheen en Jeruzalem verkeren. Hoe groot is Gods genade! Tot beschaming van Jeruzalem zal dit herstel eerst gebeuren bij Sodom en Samaria (Ez 16:54). De troost waarvan hier sprake is, is ook tot beschaming van Jeruzalem, want het is de troost voor Sodom en Samaria dat hun slechtheid minder erg is geweest dan die van Jeruzalem.

De HEERE zal deze drie steden met hun inwoners en bijbehorende steden herstellen in hun vorige staat, dat is de staat van de tijd vóór het begaan van hun gruweldaden (Ez 16:55). In haar trots heeft Jeruzalem de naam van Sodom niet eens willen uitspreken (Ez 16:56). Dat is gebeurd in de tijd dat de zonde van Jeruzalem nog niet ten volle openbaar is geworden (Ez 16:57). Maar die zonde is nu duidelijk aan het licht gekomen. Daardoor is Jeruzalem nu zelf een voorwerp van smaad van de volken om haar heen. Haar schandelijk gedrag en haar gruweldaden zullen op haar drukken (Ez 16:58).

Dit alles overkomt Jeruzalem omdat zij de eed heeft veracht waarmee zij zich aan de HEERE heeft verbonden (Ez 16:59). Wat Jeruzalem tegenover de HEERE heeft gedaan, zal Hij nu tegenover de stad doen. Hij zal Zijn verbond met Jeruzalem ook verbreken en haar in smaad en schande neerwerpen.

Dat in Ez 16:55 wordt gesproken over een herstel van Sodom, werpt de vraag op hoe dat kan gebeuren. Sodom is immers volledig omgekeerd. Geen enkele Sodomiet heeft het overleefd en het gebied van Sodom is een eeuwige woestenij geworden (Dt 29:23; Js 1:9; Jr 49:18; 2Pt 2:6; Jd 1:7). Hoe zit het dan met het herstel waarover de HEERE hier spreekt? Op deze vraag geven de commentaren geen eenduidig antwoord.

De bekende Duitse Schriftverklaarder Keil gaat ervan uit dat dit vers over het letterlijke Sodom spreekt. Alleen ziet hij hierin geen herstel op aarde, maar hij ziet de vervulling van deze profetie in de eeuwigheid. Dat kan in het licht van wat we daarover in de brief van Judas lezen echter niet de verklaring zijn. Daar staat: “Zoals Sodom en Gomorra en de steden daaromheen, die op dezelfde wijze als dezen hoereerden en ander vlees achterna gingen, daar liggen als een voorbeeld, doordat zij een straf van eeuwig vuur ondergaan” (Jd 1:7). De verklaring van Keil leunt zelfs tegen de dwaalleer van de alverzoening aan. Aanhangers van de leer van de alverzoening gebruiken dit vers dan ook als argument voor hun dwaalleer. Dat is me gebleken uit een briefwisseling die ik met een aanhanger van deze leer heb gevoerd. [Zie hiervoor het boekje Verzoening.]

Uit de diverse verklaringen spreekt de volgende verklaring mij het meest aan en die leg ik dan ook aan de lezer ter overweging voor. We kunnen hier bij Sodom denken aan Lot en zijn nageslacht. Lot en zijn dochters zijn uiteindelijk als enigen niet omgekomen in het oordeel dat God over Sodom heeft gebracht. Het nageslacht van Lot, dat hij bij zijn dochters heeft verwekt, bestaat uit Ammon en Moab (Gn 19:30-38). Het herstel van Sodom zal, aldus deze verklaring, in werkelijkheid plaatsvinden in het herstel van Ammon en Moab (Jr 48:47; Jr 49:6).

Copyright information for DutKingComments